Het springende haasje
(ca. 1820)–Anoniem Springende haasje, Het– AuteursrechtvrijOp een aangename wys.1.
Liefde, ja liefde,
Wat is de liefde blind,
Wat baat al myn klagten,
Van my aan uw gedaan,
Waardoor ik moet versmagten;
Waardoor ik moet vergaan.
2.
Weg Iongman met al uw liefde,
Want uw liefde die is blind,
Zonder uw kan ik nog leeven,
Want ik ben nog maar een kind,
Ziet ik ben nog jong van jaaren,
Steld uw min vry uit uw zin,
Wilt de moeite voor my doch spaaren,
Zoek een ander die uw bemind.
| |
[pagina 50]
| |
3.
Ach! ach! wat droevige woorden,
Ach wat verdriet voor myn jong hert,
Want door uw liefde koorden,
Zyn myn zinnen gantsch verwerd,
Daar ik ging geheele nagten,
Door hagel, storm, sneeuw en wind
Op myn zoet lief stond te wagten,
En nog blyf ik onbemind.
4.
Ik zal u altyd beminnen,
Ja zoo lang ik jongman leef,
En uw altyd eer bewyzen,
Die my zulk een liefde geeft.
Maar 't zal u tog nooit gebeuren,
Lief dat gy myn liefde wind,
Daarom houd maar op van treuren.
Zoek een ander die uw bemind.
|
|