Spektator. Jaargang 15
(1985-1986)– [tijdschrift] Spektator. Tijdschrift voor Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 172]
| |||||||||||
‘Brief aan Lycidas’, een imaginair reisverhaal in de Algemeene Spectator (1742-1746)
| |||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||
de en de daarbij horende gevoelens worden aangegeven middels allegorische plaatsnamen en personificaties. Hierdoor is de ontwikkeling van de liefde tevens een reis over het ‘Eiland der Liefde’. Op het kaartjeGa naar eindnoot7 is te zien dat van de rechte weg nogal vaak wordt afgeweken. De omwegen symboliseren even zo vele pijnlijke scheidingen tussen de geliefden. Na vele omzwervingen eindigt de reis bij het einddoel, namelijk ‘Het Paleis der waare Vermakelijkheid’; overigens niet nadat Tircis en Amynte zich, zij het op informele wijze, in de echt verbonden hebben. Hun geluk is echter van korte duur; Amynte wordt 's morgens op ruwe wijze aan de echtelijke sponde ontrukt door een figuur die ‘Besluit der Goden’ heet en aan wiens handelwijze dus niet te tornen valt. Tircis is nu alleen, en bedroefd trekt hij zich terug op een hoge berg (in het verhaal ook wel: ‘een hooggelegen woestijn’) vanwaar hij het gehele eiland kan overzien. Hierna begint de tweede brief en de ‘tweede Reize’ van Tircis. De briefschrijver verklaart, dat hij om de ‘liefde’ niet meer geeft. De verklaring daarvoor geeft hij in de rest van zijn epistel, dat gewoon verder gaat waar het verslag van de eerste reis geëindigd is. Vanaf zijn hoge positie kan Tircis alles zien wat zich op het Eiland der Liefde afspeelt en dus ziet hij ook dat zijn Amynte het allang met een ander heeft aangelegd. Hij is dan verbitterd en neemt voor korte tijd de ‘Verachting’ als leidsvrouw. Na enige verwikkelingen geeft hij zich uiteindelijk over aan de ‘Coquetterie’ en krijgt als leidsvrouwe ‘Vleijende Liefde’. Tircis jaagt in deze episode op twee jonge vrouwen tegelijk, namelijk Silvia en Iris. In het begin heeft hij daar nog morele bezwaren tegen, later verdwijnen die. Het eindstation van de ‘reis’ is hier het ‘Kasteel der Gunsten’, dat Tircis met de beide jongedames weet te bereiken. Wanneer hij daar enige tijd verbleven heeft, gaat hij toch twijfelen aan het juiste van zijn handelwijze en opent zo weer de weg voor de ‘Waare Eer’ en de ‘Reden’. Aldus verlaat Tircis, zij het met enige weemoed, voorgoed het Eiland der Liefde. Dit verhaal heeft twee belangrijke kenmerken van de imaginaire reis: het insulamotief en het gidsmotiefGa naar eindnoot8. Wat het insula-motief betreft, valt op te merken dat het hier om een eiland gaat, waarvan de ligging wordt aangeduid als ‘op de kusten van Africa, digte bij de gelukkige plaatsen van de Atlantische Zee’Ga naar eindnoot9. Dat het eiland geheel imaginar is, dat wil zeggen dat er niet naar gestreefd is het eiland als reëel bestaand weer te geven, blijkt al uit de allegorische naam ‘het Eiland der Liefde’. Hoewel men het eiland kan bereiken ‘door honderd bijzondere wegen, die overal gemakkelijk aan te treffen zijn’Ga naar eindnoot10 is er toch sprake van dat het eiland van de buitenwereld is afgesloten: wie aan land gaat komt er niet licht van af; het land wordt door allerlei allegorische personen geregeerd en van echt contact met de buitenwereld wordt nooit gesproken. Het gidsmotief is nadrukkelijk aanwezig, zij het dat het door verschillende personen wordt vervuld en zeker niet alleen door reële personen: naast de oude zeeman, treden vooral personificaties op als Cupido's, de Liefde, de Vleijende Liefde, enzovoort, die Tircis niet slechts over het Eiland vertellen, maar hem ook van advies dienen over de te volgen weg (hier zowel letterlijk als figuurlijk). De allegorische beschrijving van Tircis' liefde is in dit verhaal dus een opvallend en bindend middel. In feite reist Tircis steeds met behulp van allegorische personen, langs allegorische plaatsen naar een einddoel (daarom kan men ook spreken van een allegorisch reisverhaal). Deze allegorische geografische voorstelling van zaken herinnert aan een befaamde Franse allegorische geografie, la Carte | |||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||
de Tendre. Het lijkt nuttig te bezien wat deze Carte inhield, in welke context ze ontstond en of ze behoort tot een literair genre dat met het Nederlandse verhaal in verband kan worden gebracht. De Carte de Tendre is een kaart, die op allegorische wijze verschillende wegen | |||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||
aangeeft die wèl of niet tot de liefde voeren. De Carte ontstond op 8 of 13 november 1653 in de salon van Madeleine de ScudéryGa naar eindnoot11. Met genoemde datum en met deze salon bevinden wij ons in de bloeitijd van de Franse ‘Préciosité’. De Préciosité is een Franse beschavingsbeweging uit de 17e eeuw, die zich richtte op: verfijning van de omgangsvormen; het verfraaien en verbeteren van de Franse taal; het onderzoek van de psyche van de mens. Op een heel hoog voetstuk plaatsten de precieuses de menselijke rede. In dit milieu kunnen we ook de Salon van Mlle de Scudéry plaatsen. Mlle Madeleine de Scudéry (le Havre 15 juni 1607-Paris 2 juni 1704), ook wel Sappho genoemd, organiseerde in haar Salon van 1652-1657 eenmaal per week haar bijeenkomsten, de zogenaamde ‘Samedis’. Daar was het hoofdthema de liefde, vaak in relatie tot de psychologie. De liefde kon voor De Scudéry nooit meer worden dan een tedere vriendschap; het huwelijk bleef geheel buiten zicht, de minnaar kon pas na zeer lang wachten en na bewezen te hebben de goede vormen tot in de perfectie te beheersen op de (van iedere sexualiteit ontdane) vriendschap van de vrouw rekenen. In haar roman (in tien delen!) Clélie (1654-1660) geeft zij een uitgebreid exposé van deze liefdesopvatting. Volgens Paul Zumthor, in zijn artikel ‘La Carte de Tendre et les précieux’, is de Carte een soort salonspelletjeGa naar eindnoot12. De heer Pellisson, een habitué van de salon, wilde weten welke aanspraken hij kon maken op het hart van Madeleine. Als antwoord hierop werd, vanuit de precieuze visie van de salon, de Carte gemaakt, die Pellisson ook duidelijk maakte welke weg hij diende te volgen. Pellisson was toen dertig jaar, De Scudéry tien jaar ouder. Hun platonische vriendschap duurde tot de dood van Pellisson in 1693. Deze Carte werd aan de latere drukken van de Clélie toegevoegd. Vooral na 1654 wordt, onder invloed van het succes van De Scudéry's Carte, het genre van de galante allegorische geografie een ware hausse in de Franse literatuur: la descendance de sa (i.c. De Scudéry) Carte de Tendre fut encore plus nombreuse et son influence plus durable (...). La fameuse Carte créa un véritable genre littéraire, celui de la géographie galante allégorique, d'un symbolisme facile, qui permettait d'habiller d'un vêtement précieux toute histoire, pour saugrenue qu'elle fut. De 1660 à 1665 on peut compter une vingtaine de récits relevant de cette géographie symbolique, imitée directement de la Carte de TendreGa naar eindnoot13. Aldus Mongrédien in zijn studie La Vie littéraire aux XVIIme siècle. Zowel Mongrédien als Zumthor noemen een aantal werken die tot dit populaire genre behoren: La Carte de Mariage van Charles Sorel; la Carte des Précieuses van Maulvrier; la Carte du Royaume d'Amour van Tristan l'Hermite en les deux Voyages de l'Isle d'Amour van l'abbé Paul TallemantGa naar eindnoot14. Gezien de titel van het laatste boek èn de context waarin het geplaatst kan worden, lijkt het goed mogelijk dat het spectatoriale verhaal een vertaling of navolging is van Tallemants Voyages. Twee zaken zijn van belang: Wie was Tallemant, welke uitgaven bestaan van zijn Voyages? Paul Tallemant werd in 1642 geboren en was de broer van de veel bekendere François Tallemant des RéauxGa naar eindnoot15. Op 18-jarige leeftijd schrijft Paul zijn Voyage de l'Isle d'Amour, dat bij uitgave in 1663/64 zo'n succes heeft, dat hij in 1666, 24 jaar oud, wordt gekozen tot lid van de Académie Française. Hiermee is tevens een einde gekomen aan zijn literaire carrière; Tallemant teert op zijn roem en hij schrijft niet veel meer dan allerlei lof- en grafredes op belangrijke perso- | |||||||||||
[pagina 176]
| |||||||||||
nen. Ook vervult hij het erebaantje van ‘Secrétaire de l'Académie des Inscriptions’. Zo sukkelt hij verder tot hij in 1712, 69 jaar oud, overlijdt. Er zijn dus twee opmerkelijke feiten: het enorme succes dat Paul Tallemant met zijn Voyage had en, samenhangend daarmee, zijn verkiezing in de Académie, iets wat de grote Molière in dezelfde jaren niet beschoren was. Een belangrijke zaak is nu welke uitgaven er van deze Voyage bestaan. Dan valt na te gaan of de overlevering aannemelijk is en welke uitgaven voor de vertaalof navolgingskwestie kunnen worden geraadpleegd. De volgende lijst streeft naar compleetheidGa naar eindnoot16: - Le Voyage de l'Isle d'Amour, Paris, L. Billaine, 1663. Van de negen uitgaven zijn er dus vier in Nederland verschenen, waarvan een posterieur aan ons spectatoriale verhaal. Genoeg om een overlevering nogal aannemelijk te maken. Helaas bleek dat de uitgaven van vóór 1746 in Nederland niet te vinden zijnGa naar eindnoot17. Zodoende heb ik mij bij het vergelijken van de Nederlandse en Franse tekst moeten behelpen met Garnier's uitgave uit 1788. De K.B. beschikt over de complete uitgave van Garnier (36 delen en 3 supplementsdelen). In deel 26, gewijd aan de ‘voyages imaginaires allégoriques’, treffen we Tallemant's verhaal aan. Bij lezing hiervan valt al gauw op, dat de Nederlandse tekst een vrij letterlijke vertaling is. Het opvallendste verschil is, dat de Franse tekst doorspekt is met gedichten, terwijl die in het Nederlandse verhaal nauwelijks voorkomen: bij Tallemant tel ik er 79, in de Nederlandse tekst zijn er daarvan maar 7 terug te vinden; de inhoud wordt daar meestal in proza vertaald of samengevat. In de Franse tekst hebben deze gedichten een aantal functies: moraliseren; lyrisch beschrijven; weergeven van gevoelens; weergeven van aanspraken met een didactisch karakter. Het uitgebreide gebruik van gedichten in combinatie met een prozatekst is een procédé bij uitstek van de arcadische literatuur. Een Frans voorbeeld dat volgens Lathuillère een grote invloed heeft gehad op de precieuses, is de Astrée van D'Urfé, een roman in 4 delen (1607-27)Ga naar eindnoot18. Hierin wordt voor het eerst (?) op grote schaal gebruik gemaakt van dit procédé: Ce mélange de vers et de prose a connu, par la suite, un succès extraordinaire. Il vint un époque où tout gentilhomme, pour faire figure dans le monde, dut se rendre capable de donner à l'improviste quelque production de sa veine poétiqueGa naar eindnoot19. Hiervan vinden we dus zeer weinig terug in de vertaling. Mogelijk had de verta- | |||||||||||
[pagina 177]
| |||||||||||
ler geen talent om de gedichten te vertalen of beantwoordde een combinatie van proza en poëzie niet aan de smaak van zijn publiek. Het blijft echter vreemd dat de vertaler de auteur niet genoemd heeft. Dat kan liggen in het feit, dat hij zelf een anonieme editie in handen heeft gehad, maar wellicht waren zijn lezers niet het publiek dat Franse romans las, zodat hij geen ontdekking van zijn plagiaat te vrezen had. Het opvallendste aspekt van dit verhaal, de allegorische voorstelling van Tircis' liefde, dient dus zowel in zijn originaliteit als in zijn functie bezien te worden binnen een Franse literaire context. Men mag aannemen, dat Tallemant in zijn keuze voor de allegorische vorm het meest direct beïnvloed werd door het genre dat reeds eerder ter sprake kwam, de galante allegorische geografie. Het is evenwel niet zo, dat De Scudéry c.s. nu direct de uitvinders van dit genre zijn; al in de Astrée van D'Urfé komen allegorische etappes als in de Carte de Tendre voor, zoals: Empressement, Assiduité, Petits Soins, Soumission, ComplaisanceGa naar eindnoot20. Ik kan echter ook wijzen op de allegorieën, in het bijzonder de personificaties, zoals die voorkomen in de Roman de la Rose en de romances van daarna. Müller meent zelfs (in zijn dissertatie over Tallemants verhaal en de Russische vertaling ervan) ten aanzien van Tallemants Voyage: Allerdings verdient der Voyage wegen seiner auffälligen Parallelen zum Rosenroman, die trotz der ungebrochenen Tradition dieses Genres in der französischen Literatur Überraschend sind, auch vom literarischen Gesichtspunkt eine eingehendere UntersuchungGa naar eindnoot21. De voorstelling van het liefdes-eiland op zich zelf lijkt mij terug te gaan op de Griekse mythe van de geboorte van Aphrodite en de daarmee samenhangende verering op de plaats van handeling: het eiland Kythera. De beroemdste uitbeelding van dit thema is wellicht het schilderij l'Embarquement pour l'île de Cythère van Jean Antoine Watteau (1717). Tallemant bevindt zich met zijn allegorische verbeelding dus in een (lange) traditie en men kan hem geen grote originaliteit toeschrijven. De functie van de allegorie kan pas omschreven worden wanneer duidelijk wordt om welke vorm van allegorie het hier gaat. Een analyse is reeds ondernomen door Müller in zijn genoemde dissertatieGa naar eindnoot22. Volgens Müller is de personificatie de belangrijkste vorm waarin de allegorie zich voordoet. Binnen de personificatie acht hij de prosopopoeia (d.i. bij Müller: ‘prosopopöische Personifikation’) het meest opvallend. Daarbij dient opgemerkt te worden, dat Müller bij deze term naast antroponiemen óók toponiemen onderbrengt. Aldus opgevat dient de prosopopoeia volgens Müller: dem literarischen Zweck der moralisch-didaktischen Verdeutlichung von Leitideen. Sie trägt ausgesprochen rationalistisch-aufklärerischen Charakter und ist ein bevorzugtes Darstellungsmittel bestimmter literarischer Gattungen mit lehrhafter ZielsetzungGa naar eindnoot23. De abstracta laten, omdat zij ideeën moeten vertolken, dan ook ‘keine deiktische Identifizierung’ toe, aldus Müller. Dit alles komt overeen met wat Zumthor en Lathuillère hierover in het algemeen - maar op minder gedetailleerde wijze - zeggen. Zumthor meent: ‘l'allégorie est rationalisation des faits, les rend susceptibles; le mythe du voyage n'est qu'une transposition rationelle de l'expérience’Ga naar eindnoot24. Lathuillère meent in de allegorie iets meer te moeten zien; een | |||||||||||
[pagina 178]
| |||||||||||
hulpmiddel om de psyche van de mens te beschrijven, daar waar de gewone begrippen tekort schieten; kortom de allegorie als middel tot onderzoekGa naar eindnoot25. Het lijkt dat het ook in dit geval vooral gaat om het in kaart brengen van een psychisch gebeuren: Das innere seelische Geschehen auf dem Wege zur Erlangung der Liebe Amyntes wird dagestellt als eine reale Auseindandersetzung mit als handelnden Personen aftretenden geistigen und seelischen Kräften und Affekten: die einzelnen Stationen der internen Liebesgeschichte werden als Orte auf der Insel vorgestellt, die ebenfalls die Namen seelischer Eigenschaften tragenGa naar eindnoot26. De moraliserend-didactische en psychisch-beschrijvende functies lijken dus de belangrijkste van de allegorie te zijn. De imaginaire reis van onze spectator is derhalve geen oorspronkelijk Nederlands verhaal, net zomin als de meeste imaginaire reizen in boekvorm dat zijn. De invloed van het Franse genre van de galante allegorische geografie reikt misschien verder dan uit deze tekst kan worden opgemaakt. Een voorbeeld lijkt R. Bonhomme's Huwlyks-eiland (Amsterdam, 1708), dat zich mijns inziens duidelijk binnen dit genre laat plaatsen. Of die invloed van de galante allegorische geografie in andere teksten, bijvoorbeeld spectatoriale bijdragen, aantoonbaar is, moet nader onderzoek uitwijzen. | |||||||||||
[pagina 179]
| |||||||||||
Bibliografie
|
|