Tweede Deel van Sparens Vreugden-Bron(1646)–Anoniem Sparens Vreughden-Bron– AuteursrechtvrijVytstortende Soo Nieuwe als Singens-waerdighe Deuntjens Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Ick ben niet te spreecken, Stem: Philis komt u buyghen. ICk ben niet te spreecken, By gans eele-weecken, 'k Vry de beste Meyt, Soo mijn seecker is gheseydt: Ick moet dit niet laten steecken, Of het Spul is heel bekeyt. 2 'tIs een leelijck Suertje, 'k Wacht al nae het uurtje: Och! ick brandt ban Min: Want sy is mijn hart en sin, En een overschoon portuertje, Ick noem haer mijn aerdtsch Goddin. 3 Suere Luy zijn statigh, En in 't lachen matigh, Set jou mondt vry mal: Dit zijn Duyfjens sonder gal: [pagina 51] [p. 51] Want s'en vallen niet te pratigh: Dees bemin ick boven al. 4 Diese wil misprijsen, Doet mijn tooren rijsen; Daerom met een woordt, Dit's een suer dat mijn bekoort, 'k Wil en sel haer eer bewijsen Soo veel alsse toe-behoort. 5 'k Noemse lieve Buysje, En mijn vrolijck Kruysje, Wie kan dit verbien? Daer sou noch wel meer geschien, Maer nou zwijgh ick als een Muysje, Want ick hebse noyt ghesien. 't Is te bijster. Vredigh. Vorige Volgende