Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– Auteursrechtvrij
[pagina 168]
| |
Na de wijse: Helpt God my mach ghelinghen.Singt met aendacht. Ghy Christen broeders te samen,
Wilt aenhooren een Liedeken recht,
Vol hoochprijselijcke namen,
Van den Sone Gods ghesecht,
Aenschout de schrift al na den gheest
Dat ghy rechtmeucht bekennen,
Ga naar margenoota Dat hy vant begin is gheweest.
2 In den eersten wilt aenmercken,
Ga naar margenootb Hoe Christus is dan Goddelijck woort,
Ga naar margenootc Daer door den Vader ginck wercken,
Ga naar margenoot+ In den begin so wy hebben ghehoort,
Ga naar margenootd Als God Hemel end aerde fondeerde reyn,
So was dit woort by hem verheven,
Ga naar margenoote Een metten Vader ghemeyn.
Ga naar margenootf 3 Wy bekennen na Schrifts belijden
Elck een met ooren hoort
Ga naar margenootg Hy was van eeuwighen tijden,
Ga naar margenooth Wie can vertellen sijn gheboort,
Ga naar margenoot+ Hy is Gods evenbeelt alleyn,
Dat schijnsel sijnder heerlijckheyt,
Ga naar margenoot+ Een spieghel sijns wesens reyn.
Ga naar margenooti 4 Wt den mont des alderhoochsten verghevi[ng]
Is dat woort van eeuwicheyt,
Ga naar margenootk End dat woort was Godt beneven,
| |
[pagina 169]
| |
En God was dat woort so Ioannes seyt
Hy is alleen die wijsheyt Godes groot
Gheboren van den Vader
Om ons te verlossen van der doot
5 Als de mensch Gods gebodt hadde ghebrokenGa naar margenootl
door des listighen duyvels raet
so heeft God tot hem gesproken.
ende hem belovet een zaet
Dat ons soude verlossen van svyants nijtGa naar margenootm
en breken sijn hooft in stucken
Hierom sijn wy verblijt.
6 Dit zaet vol alder eeren
wert Gods bruyt hier toe geseytGa naar margenootn
vant begin te genereren
door de beloften hoort dit bescheyt
dan geslacht tot geslacht, so Mattheus verclaertGa naar margenooto
na der beloften in figueren
is de sone geopenbaert.Ga naar margenootp
7 Dit zaet wilt het recht aenschouwen
uyt den geloove na den geest vryGa naar margenootq
als eenen waren Isaac vol trouwen
nochtans voor Abraham was hyGa naar margenootr
Hy is die wijse Salomon pertinentGa naar margenoots
van den rechten David ghecomen
na der beloften bekent.
8 Hy weet oock David geheetenGa naar margenoott
als een wortel en rechte stamGa naar margenoot+
David noemde hem een Heer vermeren
eer hy op aerden quamGa naar margenoot+
alle Coningen waren van hem een figuer
| |
[pagina 170]
| |
Ga naar margenooty Dat hy eewelijck soude regneren
Met sijnen scepter puer.
Ga naar margenootz 9 Dese roede was in Zyon gheseten,
Als een plantinghe des Heeren wel
Ga naar margenoota Hooch edel boven alle Propheten,
Die gherechte Emanuel.
Ga naar margenootb Hy is dat woort der gerechticheyt
Ga naar margenoot+ Eenen rechten Vorst des vreden
Als Esaias heeft gheseyt.
Ga naar margenootc 10 Desen soon vol alder eeren,
Ga naar margenootd Die in Godlijcke ghedaente was,
Die ginck hemselven verneeren
Na des Vaders wille te pas,
Die gedaente enes knechts nam hy aen,
Ga naar margenoote Om ons een exempel te wesen,
Sijn voetstappen na te gaen.
Ga naar margenootf 11 Een reyne maecht ghepresen
Van God voorsien en hooch gheacht,
Ga naar margenootg Als sy consenteerde in desen,
Ga naar margenooth Ontfinck sy door des Geests cracht,
Ga naar margenooti Sy geloofde Gods woort, ende ons is
Ga naar margenoot+ Een kint uyt haer gheboren.
Ga naar margenootk Ons tot een soon gegeven ghewis.
Ga naar margenootl 12 Desen Soon hoogh van weerden
Van den Hemel Hemelsch somen bevint
Die anderde Adam op aerden
Nochtans en was hy niet aertsch gesint
Ga naar margenootm Al vander aerden en was hy niet,
Ga naar margenootn Dat woort is vleysch gheworden:
Als ons Ioannes bediet.
| |
[pagina 171]
| |
13 Als hy hem op die werelt verclaerde
Heeft hy ghetoont sijn Godlijcke macht,Ga naar margenooto
Ga naar margenootp Sijn Vader hem openbaerde,Ga naar margenoot+
Als sijn beminde Sone gheachtGa naar margenoot+
Ga naar margenootq Dit is het broot vanden Hemel gedaelt
sijn vleesch is ons een spijseGa naar margenootr
Onse schult heeft hy betaaltGa naar margenoots
14 Al dat hy van sijnen Vader hoorde
End wat hy te vooren hadde ghesien,
Dat selve dy verantwoorde
Noyt sulck wonder en sachmen geschien
Daer en had noyt mensch God aenschoutGa naar margenoott
Dan die eenighe soon des Vaders
Wel die op hem betrout.Ga naar margenootv
15 De dooden gaf hy dat leven,Ga naar margenoot+
En de blinden haer gesicht,Ga naar margenootx
Die sonde mocht hy vergheven,
Dees wercken vielen hem licht,
Hy is de poort en de rechte baen,
Niemant comt tot den Vader,Ga naar margenooty
Hy en moet door den Sone gaen.Ga naar margenootz
16 Dese Sone mach ons leeren,
Want hy selfs die waerheyt is pleynGa naar margenoota
Sijn schaepkens gaet hy in formeren,Ga naar margenootb
Door sijnen Geest een vertrooster alleyn
Wilt dragen sijn last so hy ons gebiedt,Ga naar margenootc
Hy is een fonteyne des levens,
sijn gratie gheefthy om niet.Ga naar margenootd
17 Onse sonden heeft hy ghedraghen,Ga naar margenoote
Veel smerten met grooter noot,
| |
[pagina 172]
| |
Ga naar margenootf Al vant begin der daghen
Is dat Lammeken gedoot
Ga naar margenootg voor ons overtreding heeft hy gebeen
doen wy Gods vyanden warem
Ga naar margenooth stelde hy sijnen vader te vreen.
Ga naar margenoot+ 18 Dits onse salichmaker waerachtich
Ga naar margenooti een rechte arm van sijnen vaer
Ga naar margenootk in hem so woont lijfachtich
Ga naar margenootl die volle Godheyt eenpaer
Ioannes noemt hem waerachtich God
Ga naar margenootm daer toe dat eewich leven
Ga naar margenootn dit is de sommige een spot.
10 Laet ons den vader door Christum bidden
Ga naar margenooto ende vergaderen in sijnen naem
so is hy by ons int midden
die hem inden geest aenroepen bequaem
Ga naar margenootq tot prijs sijns vaders altijt voorwaer
Ga naar margenootp so hem Thomas heeft beleden
Ga naar margenoot+ bekennen wy Christum claer.
Ga naar margenoot+ 20 Desen Sone vol van ghenaden
Ga naar margenootr Gaf sijn discipulen de macht
sy deden veel wonderdaden
Ga naar margenoot+ door sijnen name geacht
Hy bevalse te doopen in sijnen naem
alle die hier an gelooven
die zijn daer oock toe bequaem.
21 Al dat daer meer staet geschreven,
Van desen soon excellent
Bekennen wy al beneven
dat out ende nieuwe testament,
| |
[pagina 173]
| |
Hy is God ober al in eewicheytGa naar margenoots
Int negenste tot den romeynen
Heeft het Paulus uytgheleyt.
22 Ten heeft my niet verdroten
al om te dichten dit liedt
Om mijn rechte medeghenooten
so is het uyt liefden gheschiet
en nemet ten besten dit cort gesanck
fond'ment al van Christo verhalen
mijn liet viel veel te lanck.
|
|