Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens
(1609)–Anoniem Sommighe leerachtighe geestelijcke liedekens– AuteursrechtvrijNa de wijse: Och God van Hemel siet daer in.Singt met aendacht.
Ga naar margenoota Ghy cleyne Christen hoopken och,
Moet wassen en vermeeren,
Ga naar margenootb Ghy zijt so kleyn een schade doch
Wilt God met wercken eeren,
Siet niet op werelt vleesch noch bloet
Ga naar margenootc Noch op dit cleyn verganckelijck goet,
| |
[pagina 81]
| |
Maer slechte oyt woort des Heeren.
2Ga naar margenootd Lieve Christen vergaderingh
Ga naar margenoote Ghy zijt van cleynen hope,
Ga naar margenootf Vermaent malcander sonderlingh
Dat niemant t'ruym door loope,
Slaet altoos op malcander acht,Ga naar margenoot+
Wacht dat niemant van ons gheslacht,
Sijn eerste gheboorte vercoope.Ga naar margenootg
3Ga naar margenooth Christen ghy heylich Priesterdom,
Gaet niet op duyster weghen,Ga naar margenoot+
Siet niet mer Loths huysvrouw weeromGa naar margenoot+
Daer ghy uyt zijt ghesleghen,Ga naar margenooti
Ga naar margenootk Wie aen den ploech houdt en omsiet,
Die en is nut tot den rijcke Gods niet,
Dus wandelt doch ter deghen.
4 Kinders Gods neemt u tijt wel waer,
Ga naar margenootl Tis schier de laetste stonde,
Wort nu niet mat noch wanckelbaer,Ga naar margenoot+
In Godes woort bevonden,
Ga naar margenootm En laet de liefde niet werden cont,
Ga naar margenootn Maer waeckt, bidt, altoos jonck en out,
Vierich uyt herten gronden.
5Ga naar margenooto Och sticht malcander dach en nacht,
Vermaent den een den ander,
Wacht dat niemant van ons gheslacht
Ga naar margenootp Int ongheloof verandert,
Ga naar margenootq Gheeft altoos goet exempel voort,
Wacht datmen niet quaets van u en hoort,
Maer leert, straft, dreycht malcander.Ga naar margenootr
6Ga naar margenoots Eert God met liefde sonder smert,
| |
[pagina 82]
| |
Ga naar margenoot+ Met herten, tonghen, monden,
Ga naar margenoott Wacht dat niemant in een boos hert,
Ga naar margenoot+ Des ondeuchts wort bevonden
T'welck treet van God en sijn ghemeent,
Siet toe niemant wort versleent,
Doort valsch bedroch der sonden.Ga naar margenoot+
7Ga naar margenootu God wilt alleen navolghen fijn,
Ga naar margenootx Toont in als een nieu leven,
Ga naar margenoot+ Laet Gods woort niet ghelastert zijn
Ga naar margenoot+ wilt goet exempel gheven,
Ga naar margenooty Weest ghy een spieghel alle man
Ga naar margenoot+ Datmen van u niet segghen en can,
Dat ghy quaet hebt bedreven.
8 Met wercken wilt volbringhen wel,
dat ghy met u tonghe spreeckt,
Wilt metter daet volbrenghen en snel,
dat u van God wert ontdeckt
Wilt met den mont belijden niet,
Ga naar margenootz En loochenent met de wercken siet,
Goet te doen niet en vertreckt.
9 Werck en daet wilt bewijsen jent,
Ga naar margenoota Dat ghy sijn rechte Christen,
Ga naar margenootb De boomen en sijn vruchten kent,
Dus hebt gheen arghe listen,
Ga naar margenootc volcht vierich na u Heer u God,
Ga naar margenootd Hebt hem lief en houdt sijn ghebodt,
Ga naar margenoote schout alle antichristen.
10Ga naar margenootf Dat niemant Gods genade versuymt
Op datter niet een quade,
Ga naar margenoot+ Een bitter uyt en schuymt,
| |
[pagina 83]
| |
En doet so u siel schade,
Ga naar margenootg En gheeft laster noch arghernis,
Noch oock gheen quaet ghetuyghenis,Ga naar margenoot+
En wijcke so van Gods pade.Ga naar margenoot+
11 Leven wilt na Gods woort en leer,Ga naar margenoot+
Ga naar margenooth Wilt in als ghelijck wesen,Ga naar margenoot+
V Vader, Meester ende Heer,Ga naar margenooti
Volcht recht in als na desen,
Bewijst met wercken en daet altijt,
Ga naar margenootk dat ghy oprecht herboren zijt,
En dat ghy God gaet vreesen.
12 Doch wilt God u Prince, u Heer,
Met werckt en daet belijden,
Soeckt meer Gods eer//van smenschen leer,
Wilt voor de waerheyt strijden,Ga naar margenoot+
Met ooghen traen//ick u vermaen,Ga naar margenoot+
Ga naar margenootl Wijckt gheensins van de rechte baen,
Wanckt niet aen beyde zijden.Ga naar margenoot+
|
|