Sommige geestelijcke, christelijcke liederen ende lof-sangen
(1643)–Anoniem Sommige geestelijcke, christelijcke liederen ende lof-sangen– AuteursrechtvrijOm op hooge feest-daghen en andere tijden te singen
[pagina 39]
| |
Op de Wijse: Door Adams val verdorven is.Wat mijn Godt wil geschiet altijdt
Sijnen wil is de beste,
Te helpen dien is hy bereydt
Die hem ghelooven vaste,
Hy helpt uyt noodt, De vrome Godt,
En troost de Wereldt met maten,
Wie Godt betrouwt // Vast op hem bouwt,
Die wil hy niet verlaten.
2. Godt is mijn troost, mijn toevlucht, siet,
Mijn hope en mijn leven:
Wat mijn Godt wil, dat my gheschiedt
Wil ick niet weder streven,
Sijn Woordt is waer // Dat al mijn hayr
Hy selver heeft ghetellet,
Hy hoedt en wacht // Steedts voor ons tracht
Op dat ons gantsch niet quellet.
3. Dies wil ick van hier onvertsaeght
Geern scheyden nae Godts wille
Tot mijnen Godt, alst hem behaeght,
En wilt my houden stille,
Mijn arme Ziel // Ick hem beveel
In mijner laetster stonde,
Ghy vrome God // Sond Hel en Doodt
Ghy voor my overwonde.
4. Noch eens Heer wil ick bidden recht
Wilt my dat niet af-slaghen,
Als my de boose Geest aenvecht,
Laet my dan niet vertsaghen,
Help en oock keer // Ach Godt mijn Heer,
Ter eeren dijnen Name,
| |
[pagina 40]
| |
Wie dat begeert // Verhooret wert
Dies spreeck ick vrolijck, Amen.
|
|