Sommige geestelijcke, christelijcke liederen ende lof-sangen
(1643)–Anoniem Sommige geestelijcke, christelijcke liederen ende lof-sangen– AuteursrechtvrijOm op hooge feest-daghen en andere tijden te singen
Op de wijse: En Godt de Heer niet by ons hout.1. Lieve Christ’nen hebt goeden moet,
Hoe meugt ghy soo vertsagen?
| |
[pagina 12]
| |
Als ons de Heer besoecken doet,
Laet ons van herten klagen:
Wy hebben de straf verdient wel,
Sulcx moet elck mensch bekennen snel,
Niemant kan hem uytsluyten.
2. In u handen ons geven wy
O Godt, ghy lieve Vader,
Want onse wandel is by dy,
Hier wort ons niet geraden:
Soo langh wy in dees’ hutte zijn,
Is slechts ellend, droefheydt en pijn,
By u wy vreught verwachten.
3. Noyt tarwen-koornken vrucht en brocht
Ten viel eerst in der Eerden,
Soo moet ons lijf, van aerd gewrocht,
Tot stof en asschen werden,
Eer het komt tot de heerlijckheydt,
Die gy, Heer Christ, ons hebt bereydt,
Door uwen ganck ten Vader.
4. Wat willen wy op dit termijn
De doodt en ‘t sterven vreesen?
Het moet eenmael gestorven zijn,
Hoe saligh sal hy wesen
Die als Simeon henen gaet,
Sijn schult bekent, Christum omvaet
So kanmen saligh sterven.
5. Denckt op u Ziel, bewaert u Lijf,
Laet Godt den Vader sorgen,
Sijn Engel uwen wachter blijff
En hoed u voor al argen:
Iae, als een Hin haer Kiecxkens kleyn
Bedeckt met haer vleughels gemeyn,
Soo doet oock Godt ons armen.
6. Oft wy waken, oft slapen in,
| |
[pagina 13]
| |
Soo zijn wy doch des Heeren:
Op Christum wy gedopet zijn,
Die kan den Satan weeren,
Door Adam op ons komt de doot,
Christus helpt ons uyt alle noot.
Dies loven wy den Heere.
|
|