Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens, ghemaeckt uyt den ouden ende nieuwen testamente,
(1593)–Anoniem Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens– Auteursrechtvrijnu onlancx ter eeren Gods, ende tot stichtinghe des eenvuldighen sanghers by malcanderen vergadert ende uytghegheuen
nae de wijse van den 23. Psalm: Mijn Godt voedt my etc.GOdt boven al in eeuwicheyt verheven Ga naar margenoot+
Woont in een licht, d'welck niemant in dit leven
Ghesien en heeft, noch sien en can met ooghen, Ga naar margenoot+
Dus wil hy niet, dat men hem sal vertooghen,
Gelijck een beelt, uyt Menschen werck geresen,
Want voor ons, is onbegrijplijck zijn wesen.
In het begin, als Godt eeuwich almachtich,
Schiep hy van niet, door zijn woort wijsheyt crachtich, Ga naar margenoot+
De Hemelen, Aerde, end' die afgronden,
De Zee, met al dat daer in is bevonden,
Hy onderhoudt alle dinck met op mercken,
Dus voor ons, is onbegrijplick zijn wercken.
Lof, prijs, en eer, zy desen Godt alleyne,
Van hem heeft al, het wesen groot en cleyne,
Den Sonnenschijn, vroeghen regen end' spade,
Vruchtbaer tijden, gheeft hy goe ende quade, Ga naar margenoot+
Die hem recht kent, moet danckbaerheyt bewijsen,
Dat is wijsheyt, volmaeckt hooghe te prijsen.
Leert nu wijsheyt, Godt in zijn woort waerachtich,
Bekennen recht, zijn aert end' sin eendrachtich,
Hoe dat hy is, barmhertich end' ghenadich,
Ooc rechtveerdich, om straffen t'volc misdadich
Daerom men moet, nu ter tijdt sorghe draghen,
Als men oordeelt, dat het Godt mach behagen.
| |
[pagina 50]
| |
Ga naar margenoot+In desen tijt twee Gods gheboden claerlijck
Noodich geleert zijn, en beleeft eenpaerlijck,
Dat is, ghy sult Godt boven al beminnen,
Lief hebben van gantscher herten en sinnen,
T'grootste ghebodt, om de Wet te vervullen,
Die dit beleeft, sy Godt behaghen sullen.
Ga naar margenoot+Zijn ghebodt is, andermael soo wy lesen,
V Naesten sult ghy lief hebben by desen,
Als u selven, hier is veel in gheleghen,
Ander te doen, alsoo men is gheneghen
Ga naar margenoot+Selve t'ontfaen, in't slot wilt hier op achten,
Godt sal rechten herte, sin, en ghedachten.
G. V. E. |
|