Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens
(1591)–Anoniem Sommighe nieuwe schriftuerlijcke liedekens– AuteursrechtvrijNae de wyse: Willem van Nassauwen, etc.
Ga naar voetnoot+ALs men aen 't reyn eersame,
Lichame, Christi net,
Wil wesen ten betaeme,
Een aenghename ledt,
Ga naar voetnoot+Het is al eerst van noode,
Van doode wercken men moet,
Doen boet, dan van den broode,
Ga naar voetnoot+Crijght men een smake goet.
Gods woort seer goet van smaken,
Can maken fraey ghesont,
Ga naar voetnoot+De Ziel in alle saken,
De spraken, uyt Gods mont,
Ga naar voetnoot+En condt, ghy niet verwerven,
Sterven, de sonde vry,
Ga naar voetnoot+Moet ghy, u lusten derven,
Doen dat Gods wille sy.
Ga naar voetnoot+Godt wil dat elck hem wende,
Ga naar voetnoot+Wt blende, weghen glat,
Ga naar voetnoot+Op dat elck met amende,
Kende de waerheyt plat,
| |
[pagina 129]
| |
En dat, elck gheneralich,
Salich, soude sijn, want
Hy sandt, ons principalich, Ga naar voetnoot+
Daerom zijn liefste pandt,
T' lief pandt zynen Soon eenich,
In 't weenich, dal hier quam, Ga naar voetnoot+
Als een dienstknecht vercleenich,
Dit reenich, suyver Lam, Ga naar voetnoot+
Dat nam, swerelts misdaden, Ga naar voetnoot+
Gheladen, op hem ghetast: Ga naar voetnoot+
Gheen last, en mach ons schaden,
Ghelooven wy hen vast. Ga naar voetnoot+
In t' gheloove verstyven,
Beclyven, moet men eest,
In Christus woorden blyven,
Dryven, sal dan Gods Gheest,
Maer waer men vreest, t' verenschen
Den Menschen, wanckelbaer:
Volcomen naer Gods wenschen, Ga naar voetnoot+
En is gheen liefde daer.
Maer daer de liefde opspruyten,
Met haer virtuyten // sal,
Daer moet de vreese buyten, Ga naar voetnoot+
Besluyten wat Godt beval.
Can liefde al te gader,
Den Vader, de liefde is,
Door Christum ons ontlader,
Gheopenbaert ghewis.
De liefde is wel te prysen,
Bewysen moet men haer,
Met werck in verjolysen Ga naar voetnoot+
Doen rysen, vierich claer:
Maer, die de liefde falen,
Die dwalen, onghestilt,
Godt wilt, dat wy betalen,
Zijn groote liefde milt. Ga naar voetnoot+
Liefde moet men besteden,
In vreden soo't behoort
Aen Gods ghehoorsame leden, Ga naar voetnoot+
| |
[pagina 130]
| |
Die treden, na zijn woort,
En voort, aen yeghelijcken,
Dat blijcken, mach daer by,
Dat wy, sonder afwijcken,
Sijn Broederen Christi.
Ga naar voetnoot+Christen Broeders wilt bouwen,
Deur s' Gheests bedouwen, schoon,
Werpt niet wech u betrouwen,
Aenschouwen, wilt den loon,
Ga naar voetnoot+De Croon, wert u ghegheven,
Becleven sal Godts Knecht,
Den rechtveerdighen leven,
Ga naar voetnoot+Zijns gheloofs, so Schrift seght.
Ga naar voetnoot+De Schrift seght goederhandich,
So wie vaillandich hier
Blijft tot den eynd' volstandich,
Brandich, in liefden vyer,
Ga naar voetnoot+Sal schier, ghegeven wesen,
T' ghepresen, salich lot,
Voor t' slot vrienden midts desen,
Blijft al bevolen Godt.
Een is noodich. |
|