Sint Nicolaas(ca. 1850-1860)–Anoniem Sint Nicolaas– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] De smeerpoets. Foei, wat ligt gij daar te ronken, Als een varken in het kot! Ja, zoo diep zijt gij gezonken, Wijl gij goeden raad bespot. Zulk een morsebel te wezen - Schaamt gij u daarover niet? Ieder moet uw bijzijn vreezen, Blij zijn, als hij u niet ziet. Zelfs de bezem kan 't niet velen, Dat gij zóó een smeerpoets zijt. Gaarne zou hij u eens streelen, Wijl gij dus uw leven slijt. Reinheid, zeg 't maar luide rond, Maakt bemind en is gezond. Smeerigheid - kan 't anders zijn? Maakt den mensch gelijk aan 't zwijn. [pagina 4] [p. 4] MALPROPRETÉ. Der Schmierlips. DE SMEERPOETS. Vorige Volgende