De schreeuwende kat-soe, op zyn wagen. Pak maar weg, stuk voor stuk, voor vier stuyvers
(1775)–Anoniem De schreeuwende kat-soe, op zyn wagen. Pak maar weg, stuk voor stuk, voor vier stuyvers– AuteursrechtvrijZingende de aldernieuwste Liederen, die hedendaags gesongen worden
[pagina 17]
| |
Op een bekende Voys.1. Ag hoe verandert zijn de Tyden!
Nu of over Hondert Iaar:
Het Kind veragt zijn eigen Vaar,
Dat de oorspronk nam,
Uyt Moffen stam:
Wiens Vader quam,
Mof in Amsterdam:
Gelijk men ziet, So het geschiet,
Veragt nu zijn eygen Geslagt,
Want meest het Amsterdam gebroet,
Neemt zijn begin uyt Moffen bloed,
Zo datse haar eigen afkomst laken,
En kleyne eere groot en klijn,
‘t Is Mof voor en naar,
Zeg Amstelaar,
Besiet u Vaar.
2. Ziet ook u Moeder hier beneven,
Die gelaaft heeft uwen dorst,
Als gy soogt uit haar Mof-inne borst,
So dat gy zyt,
In uwen Tyd:
Gegroeyt van die gy nu verdyt,
| |
[pagina 18]
| |
En so veragt gy u Geslagt,
Daerom schelt op geen Moffen meer,
Want gy berooft u Ouders eer;
En laet hoogmoed en eersugt varen,
En verwyt noit iets tot smaet,
Daer selfs u Stam van zwanger gaet:
Laat schempen staen?
Ziet eerst u Vaer:
Zijn afkomst naer.
3. Heb dog gedult Uitlandse Burgers,
En stoort u dog om geenen haet,
Die u beschempt spruyt uyt u zaet:
Die u veragt, Om u Geslagt,
Gelijk men ziet,
So het geschiet.
4. ‘t Is zelfs van Moffen voorgebragt,
Gebroed uyt puure Moffen bloed,
Zy dienden met de Pau gepaert,
‘t Trotse Dier dat leeft op aert;
Van pragt en hoogmoed op geblasen,
Maer als hy eens zijn Poten ziet,
Is al zijn hovaerdy tot niet:
So Amstelaer,
Ziet op uw Vaer;
Zijn Poten maer.
|
|