De schreeuwende kat-soe, op zyn wagen. Pak maar weg, stuk voor stuk, voor vier stuyvers
(1775)–Anoniem De schreeuwende kat-soe, op zyn wagen. Pak maar weg, stuk voor stuk, voor vier stuyvers– AuteursrechtvrijZingende de aldernieuwste Liederen, die hedendaags gesongen worden
Op een bekende Voys.De Ruyter lest in ‘t Wijnhuis sat,
‘t Was al van ‘t Maagdetje daar hy af sprak,
En hy zeide ik weet ‘er een fris fiere maagt,
Ik zalse beslapen datse een Kindje draagt.
Het Meisjen al agter de deure stond,
| |
[pagina 13]
| |
En zy hoorde de Ruiters valsche grond,
De min die gaf ‘er ook dat Meysje in:
Dat zy de Ruiter niet sou laten in.
‘s Nagts omtrent ‘t was middernagt,
Aan haar venstertje gaf hy een slag:
En hy zey staat op myn Lief van binne,
Gy zyt dog de geene die ik minne.
Ik stader niet op nog ik laatje niet in,
Of gy sult zeggen wie dat je bent:
Ia myn zeggen de woorden die gy sprak,
Doen gy lestmaal Ruiter in ‘t Wijnhuis sat.
Ik sta hier als een Ruiter fijn,
Vergult so isser mijn Harnas rijn:
Vergult so bender bey mijn sporen,
Ik bid U laat mijn niet verloren.
Staat gy der als een Ruiter fijn?
En ik fier een Bruids-maagdelijn:
Ik ga gekleed in witte Zyden,
Stout Ruiter gy meugt wel heenen ryden.
Waar sou ik ryden of waar sou ik gaan?
‘t Is hier so duister daar schynt geen maan:
Reyd agter mijn Vaders Boomgaarden,
Daar sal je in gelaten werden.
Doen hy al agter de Boomgaarde quam,
Daar vond hy zijn zoete Lief alleine staan,
Wy twee sullen te samen slapen,
Ook niemant sal ons hier betrapen.
|
|