Salon des variétés
(ca. 1880)–Anoniem Salon des Variétés– Auteursrechtvrij48 der meest geliefkoosde coupletten en comique scènes
[pagina 3]
| |
veel ma-nie-ren kus-sen wij, Dat spreekt mij nie-mand te-gen. En
wilt gij het, dan zing ik u, Daar- -o- -ver mijn cou-plet-jes, Want
ka-mer-meis-jes we-ten nu, Daar-van de za-ken net-jes, Want
ka-mer-meis-jes we-ten nu, Daar-van de za-ken net-jes.
Sprekende. Eigenlijk moest ik van zulke dingen niets begrijpen, maar och! ik ben een kamerkatje, zooals men zegt, en die hebben in dit vak ook dikwijls meer solide kennis, dan menig koopman van zijn financiën. Ja, wie het kus-sen wil ver-staan, Moet maar naar 't ka-mer-kat-je gaan.
2.
Als kind vangt eerst het troet'len aan.
Door moeder, min en nichten,
Dat ons de wangen gloeiend staan
Van zoo veel neuzenspichten.
Op vijftien jaren en daarbij,
Met niet te slecht gezichtje,
Zoo kusten reeds de neven mij,}bis.
Natuurlijk, als hun nichtje.}
| |
[pagina 4]
| |
Sprekende. Op mijn woord, zegt hij, mijn neef, namelijk, die alle Zondagen op zijn nagemaakte vierd'halfpoots Andalusier voorbijrijdt. Terwijl hij de lentespruitsels van zijn weerschijnkleurig snorretje streelt: dat bekje is allerliefst, ze zal eens fameus mooi worden - op mijn woord. Daarop wil hij mij een familie-kus geven, die echter zoolang duurt als het geduld der Hollanders. Ik sla mijn oogen neêr - ziet gij, zoo - schoon ik dit eigenlijk niet behoefde te doen, want zij, die het doen moesten, doen het in den regel niet. - Hij roept: nu nicht, maak nu geen fratsen, hij bukt, ik ontsnap en - de voor mij in aanloop zijnde kus, wordt aan een achter mij staande zestigjarige tante geëndosseerd, zoo als zij al zoo dikwijls vele zulke aan haar geëndosseerde kussen geduldig heeft aangenomen. Weet ge nu wel hoe men dit hier zou moeten noemen? Een kus die zoo is aangeland,
Noem ik een kus uit misverstand.
3.
Een meisje had een jong'ling, ja
Al menig kus gegeven,
Hij werd haar minnaar toen weldra,
Toen was het eerst een leven.
Mama zegt: kus hem frank en vrij,
In 't licht voor aller oogen.
Zij gaat zoo schuchter toch op zij',}bis.
Wat dat beduiden moge?}
Sprekende. Weet ge dat niet? nu dan zal ik het u zeggen. Een kus, dien men in 't openbaar geeft, daar zit geen geest, geen leven in. Mama zegt: gij moet hem kussen. De tantes kraaien: een kus in eere, kan niemand deren; o ja zeker! Mejuffrouw draait haar kopje zoo - en als hij aan den anderen kant komt, draait zij het weer zoo - dan buigt zij het hoofdje ter aarde en dan. als zij het niet langer kan uithouden, trekt zij de lippen samen, zoo vast op elkaar, alsof haar mondje was toegesnoerd, en die kus klinkt dan zoo droog, zoo armoedig, als een heel milde gift die niet in de krant komt. Dit heet, het kan niet missen,
Een kus met hindernissen.
4.
Eens had een zangeres een lied,
Nog al niet kwaad te zingen,
Zij doet haar best, of zij er niet
Applaus mee af kan dwingen.
't Is duidelijk, dat zij coquetteert,
Met oogenkusjes kogelt;
Ik wed, dat zij wel reusseert,}bis.
En het publiek begoochelt.}
| |
[pagina 5]
| |
Sprekende. Een oogenkusje - nu dat zoudt ge nu wel willen weten wat dat ïs! Nu ziet ge, dan zal ik u eens uitleggen, hoe men dat doet - als het lied zoo wat op het einde is, dan slaat men de blikken in de loges - enfin, het geheele théater rond, zoo wat op deze manier - hier links begin ik - dan ga ik naarde eerste balkons, (naar de voorbanken) dan stijg ik tot aan de engelen (dan verder naar boven) tot den Olymp, en blik dan, altijd op dezelfde manier, rechts beneden, het geheele parterre door - en dan heb ik iets gedaan, wat alle volksonderdrukkers niet kennen, dat is de aristocratie en democratie met dezelfde liefde omstrengeld. - Ziet, dat roert, dat grijpt aan, dat ontrukt daverende toejuiching en - Men noemt met volle recht dit dus:
Applaus-provoceerend-prestige kus.
5.
Nu merkt ge wel, ik ken den kus,
Met al zijn toebehooren,
'k Wist dat gij zoudt bisseeren, dus
Treed ik nog eens te voren.
En 'k heb nu ook een eigen toon,
Om u daarvoor te danken;
Zoo met mijn handen (kushandjes) en mijn loon,}bis.
Vindt weergalm in uw klanken.}
Sprekende. Zoo - zeer teeder, hier en daar maar zonder rangorde, zonder aanzien des persoons, van ouderdom, rang, stand, kunne, professie, natie, grootte of kleinte, politieke gevoelens of wat ook, maar waar ik het meest de handen heen en weer zie gaan, daar zend ik mijne kushanden heen, daarin ben ik grotesk grandiose, en daar waar de armen zich het meest voor mij weren en werken, dank ik ook het meest met mijn blikken en woorden en de kushanden welke ik nu maak, zijn: Het votum van vertrouwen
Op approbatie houën.
K....r.
|
|