De sneeuw, de sneeuw, er vallen koude spinnen
op 'n tachtiger zijn kruin en witte baard,
op 't ziekenbed wordt sneeuw het blanke linnen,
de kranke zit te schudden in zijn ijstabbaard.
Nu sluimert diepe goedheid in de rimpels
van 't gelaat: de grijsaard is verstard;
ook dromen die ontkrachten worden strakke wimpels.
Nu vriest het al. De sneeuw wordt langzaam hard.
Vertaling van Wies MOENS, Maart 1920.
Theodor Däubler is niet enkel de dichter, maar ook de theoreticus (Der neue Standpunkt) van het Ekspressionisme, in Duitschland. De vertaalde gedichten zijn uit ‘Das Sternenkind’. (Insel-Verslag, Leipzig.)