Roeping. Jaargang 28(1951-1952)– [tijdschrift] Roeping– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 387] [p. 387] Pierre Franssen Bedenk HIJ vreest de weelde van die zoete dromen waarmee het leven hem zo vaak bedot; hij weet niet meer wal wijs is en wat zot: zo heeft de schijn het wezen beetgenomen. De geest bedenkt: het wankel huis verrot, het afval voedt de zerken en de bomen en de ondergrondse wormen die niet schromen hun vraatzucht uit te vieren tot zijn bot. Toch wil hij leven, wijl hij leven moet en toomt de vlucht naar 't donker dreigend ‘niet’, wat overmoed aan vreugd de wereld biedt is vuurwerk, broos verterend in zijn gloed. De dwaas die wijs zijn diepe zelf bespiedt zingt niet te vlug: ‘het leven is zo goed’. Vorige Volgende