De rhynsburger leister: zingende 38 nieuwe en 13 weinig bekende zoo menuetten, airs, herders als minne-zangen; teedere en aardige vryagien; lenthe- zoomer- en morgen-zangen
(ca. 1785)–Anoniem De rhynsburger leister– Auteursrechtvrij
[pagina 58]
| |
't Gemoed is nooit vernoegd, of vry,
Dat hier uw' Drift niet leerd bepaalen.
2.
Gy mist het Hoogste en zwerfd als in een Dal,
Daar nooit geen Bron, nog Waterval,
Uw' Dorst verkoeld; geen Beek, bezet met Bloem en Kruiden,
U Geurig toe-lagt, tot de Rust;
Daar u nooit lieflyk Windje zust,
Of vrolyk toeblaast uit het Zuiden.
3.
Zoo lang den Mensch, door Reeden niet bestraald,
Verblind door Goud, of Schatten, dwaald,
Komt zelfs geen Eeden hem geneugelyk te vooren,
Al munt Natuer op 't lieflykst uit
In 't God verheerlykende Kruid,
Of hoe 't Gevoogelt' zig laat hooren.
|
|