De revolutie
(ca. 1795)–Anoniem Revolutie, De– Auteursrechtvrij
[pagina 3]
| |
2.Dat zogenaamde Vrijheids looten,
De Vrijheid hemel-hoog vergrooten,
Dat is geschied.
Maar of Hansworst met brede strikken,
Zijn hoed altijd wel op zal schikken,
Geloof ik niet.
| |
[pagina 4]
| |
3.Dat veele thans met strikken loopen.
Die voor haar gespens brood gaan koopen,
Dat is geschied.
Maar of zy om haar pligt te kwijten,
Dat geld wil in de kist gaan smijten,
Geloof ik niet.
| |
4.Dat onbezonnen Vrijheids klanten.
Veel Vrijheids-boomen gingen planten,
Dat is geschied.
Maar of het hun wel zal gelukken,
Om vrugten van die boom te plukken,
Geloof ik niet.
| |
5.Dat op het voetspoor van de Franschen,
Veel gekken om die boom gaan dansen,
Dat is geschied.
Maar of die zotten Vrijheids-dieren,
Het Jaar-feest wel eens zullen vieren,
Geloof ik niet.
| |
[pagina 5]
| |
6.Dat men zijn Hoogheid heeft zien vlugten,
's Lands braave Vaderen moesten zugten,
Dat is geschied,
Maar of hij altijd weg zal blijven,
Gelijk ons veel Decreeten schrijven,
Geloof ik niet.
| |
7.Dat men 't Oranje weg zag vaagen,
En men 't Nationaal moest draagen,
Dat is geschied.
Maar of Piet Paulus en ook Hanne,
Die Klein wel altijd kunnen banne,
Geloof ik niet.
| |
8.Dat men heeft met de Fransche snaaken,
Gaan Vreede en Alliantie maaken,
Dat is geschied.
Maar of de Pruissen en de Britten,
Het hier by zullen laaten zitten,
Geloof ik niet.
| |
[pagina 6]
| |
9.Dat men ook zag de Engelanders,
Wijken voor de Fransche standers,
Dat is geschied.
Maar dat zij op de Zee de Britten,
Zo zullen in de haïren zitten,
Geloof ik niet.
| |
10.Dat veel gevlugte Vrijheids-Zoonen.
Om Ampten na den Haag toekomen,
dat is geschied.
Maar of zij in dien lange leeven,
Haar Kroost die Ampten ook zal geeven,
Geloof ik niet.
| |
11.Dat men de oude zag verzaaken,
En nieuw gebakken burgers maaken,
Dat is geschied.
Maar of zo het deze snaaken,
Als de oude burgerij zal maaken,
Geloof ik niet.
| |
[pagina 7]
| |
12.Dat men hun tegen pligt en wetten,
Veel braave van hun Ampte zetten,
Dat is geschied.
Maar of nog eens 's Lands brave Staaten,
Dat juist zo ongestrast zal laaten,
Geloof ik niet.
| |
13.Dat veel ontaarde Vrijheids Zoonen,
Den Vijand wilden bijstand toonen,
Dat is geschied.
Maar als zij nu eens gaan marcheeren,
Die Broeders wel weerom begeeren,
Geloof ik niet.
| |
14.Dat men voor Vrijheid uit gaat roemen,
Dat elk wel slavernij mag noemen,
Dat is geschied.
Want wie verlangt zo vrij te leeven,
Uw geld, uw hembd, en 't al te geeven,
Ik zoek dat niet.
| |
[pagina 8]
| |
15.De braave burgers ziet men drukken,
Voor Vrijheid-schreeuwers moet men bukken,
ô Zielsverdriet.
Maar zal die kans niet eens verkeeren,
En zij wat zagter toonen leeren,
Ik twijfele niet.
|
|