Joost Zwagerman
Lekker vol op het gemoed
‘Dit is voor mij een lesje in het ambacht van het liedjesschrijven geweest. Het geval wilde dat Frédérique eerst vijf weken op vakantie ging, en ik juist in de weken dat zij weer terug was. We ontdekten dat we zegge en schrijve één dag hadden om elkaar te ontmoeten en face to face samen te werken. Er moesten dus spijkers met koppen geslagen worden. Vol goede moed begin ik aan een tekst die ik enigszins gebaseerd had op een gedicht uit Die ziekte van jij. Ik had het idee een eenvoudige tekst te hebben gemaakt die goed te zingen zou zijn. Dat bleek dus niet zo. Ik was volgens Frédérique te woordrijk, te veel bezig met taal op schrift. Wat ik had geschreven, bleek technisch onzingbaar. Het stond er op papier allemaal mooi op, maar Frédérique mailde me dat het allemaal goed en wel was, maar: “Ik moet het wel kunnen zingen, Joost.” Keep it simple, herhaalde ze een paar keer via de mail. Ik ben toen radicaal gaan schaven en omwerken. Toen Frédérique uit Frankrijk terugkwam had ze al een melodie uitgewerkt. Ik wilde graag iets balladeachtigs, had gesuggereerd dat het wat mij betreft iets moest worden als haar nummer “Ze zingt zo mooi” van het album Beest. Dat is een mooi afgepelde tekst die zeer goed getroffen is. Ik had mijn versie ondertussen al herschreven, maar samen hebben we er nog flink aan gesleuteld, want technisch waren sommige regels op onderdelen nog steeds onzingbaar.
Ik kende Frédériques muziek en teksten al redelijk goed voordat ik aan dit project begon. Haar teksten zijn doorgaans uitstekend. In 2004 zag ik haar documentaire Mans genoeg waarin zij met gastvocalisten samenwerkte. De manier waarop ze dat deed was geweldig. Het leek mij toen al heel spannend om met haar samen te werken. Het leek me daarom een vreugde om met haar samen te werken.
Nu hebben we echt een liedtekst, met volgens mij hitpotentie. We werken met de tekst en de melodie wel vol op het gemoed, hoor. Frédérique speelt met het idee om naast haar vaste muzikanten ook strijkers aan te laten rukken. Alle trossen los! Het is een echte liedtekst geworden, met een refrein en eindrijm. We beginnen zelfs met het refrein, en dat is dan wel weer tamelijk ongebruikelijk. Ik weet niet of ik het eindresultaat bijvoorbeeld ooit in een dichtbundel zou opnemen. In Roeshoofd hemelt hanteer ik nu en dan ook eindrijm, maar daar schuurt het, is het bijna anti-rijm. Opvallend aan deze tekst is dat je het echt hebt zien evolueren. Ik stond perplex toen ik de muziek hoorde