De Revisor. Jaargang 33

[p. 24]

De liedtekst is als een pannekoek, het lied de gebakken pannekoek

Het is opvallend: een man die vanuit het perspectief van de vrouw zingt, en dan ook nog eentje die er een duidelijke mening over mannen op na houdt. Hagar Peeters had het lied ooit in een ver verleden in de ik-vorm geschreven, eigenlijk meer voor zichzelf. Nu had ze het weer opgepakt toen ze de opdracht kreeg een ‘liedtekst met hitpotentie’ te schrijven. Ze had nog wel andere dingen gemaakt, maar dit oude lied - zij het aangepast, alleen al wat perspectief betreft - bleek toch het geschiktst te zijn. De twee nieuwe liedjes die Peeters schreef gaat Martin Buitenhuis wellicht ooit nog gebruiken, maar die gaan niet over de liefde, dus daarom werd het toch ‘One Night Stand’.

Hagar Peeters: ‘De uitdaging zat er voor mij op twee manieren in. Ten eerste lag het natuurlijk voor de hand om er een rustige zangeres op te zetten, maar het leek mij juist leuk om met een echte popband te werken. En ook, en daarin zat de tweede uitdaging, dat het gezongen zou worden door een man. Het lied wordt vanuit het perspectief van de vrouw gezongen, maar het verhaal wordt nu verteld/gezongen door een man. Dat maakt de vrouw onbereikbaarder. Luisteraars zullen zich, wanneer ze het lied horen, ook afvragen: waarom zingt een man dit, is hij een van de “one night stands” of doorziet hij de vrouw beter dan zij zichzelf snapt? Ik vind het lied echt beter geworden nu een man het zingt.’

Martin Buitenhuis: ‘Het perspectief is zeer origineel. Ik heb veel verstand van vrouwen gekregen door dit lied. Toen ik de tekst voor het eerst onder ogen kreeg, dacht ik: het is een overwinningslied. De tekst is namelijk snel en hard. Ik heb hetzelfde gedaan als wat ik ook doe wanneer ik zelf een tekst heb: mijn collega Sandro Assorgia zet er dan muziek onder. Ook hij had het idee dat het stevig en hard moest zijn, maar toen hij de muziek erbij gecomponeerd had belde hij en zei: “Ik heb het af, maar het is geheel anders geworden dan je verwacht zult hebben.” Toen ik het hoorde, wist ik meteen dat het goed was. Wanneer het een overwinningslied was geworden dan was je ingegaan op de houding van de vrouw. Nu, met dit rustige, zachte lied, draait het om het gevoel.’

Peeters: ‘Toen ik mijn tekst voor het eerst op muziek hoorde, werd het pas echt levend. Op die manier wordt versterkt wat je wilt zeggen. Was het een strijd-

[p. 25]

Martin Buitenhuis (links) en Hagar Peeters.

lied geworden dan had je een soort verheerlijking van de one night stand gehad, het idee dat alles maar kan, een pluk-de-dag gevoel. En ook de laatste zin “soms van alles” wordt nu door Martin herhaald, hij zingt het op twee verschillende manieren. Het maakt het gevoel veel duidelijker, sterker ook.’

Buitenhuis: ‘Ik heb het lied gezongen met een “dikke traan” op mijn wang. Het zou mooi zijn wanneer dit lied een hit werd. Dat het een lied is met hitpotentie, is misschien wat overdreven, maar het is wel zo dat de tekst in één keer te begrijpen is, die is niet te hoogdrempelig. Het is een echte songtekst.’

Peeters: ‘Het is natuurlijk ook niet een gedicht, ik heb het ooit echt als lied geschreven. Wat ik dan wel heel leuk vind is dat zo'n regel “dan haalt ze aan de overkant een patatje met/ een nieuwe man voor de nacht” kan, juist met die woordspeling/dubbele betekenis van “met” erin. Het is een soort sterk enjambement dat op papier duidelijk is, maar ook in het lied is dat goed over te brengen. Er wordt altijd gezegd dat dit soort woordspelingen niet kunnen in een lied, maar dat blijkt dus wel mee te vallen. De tekst is als lied helemaal af. De liedtekst was een pannekoek die nog niet in de pan is geweest, nu hij op muziek staat heb je opeens een gebakken pannekoek.’