Schrijf! Dag van het schrijven in De Rode Hoed, 28 augustus 2005
De schrijfwedstrijd van de Stichting Schrijven kende maar liefst 180 deelnemers. De jury, de redactie van De Revisor, had een pakkende zin geformuleerd: ‘Ten slotte gebeurde het toch.’ Uit een eerste selectie van 43 verhalen, het genre waar vrijwel iedereen voor gekozen had, bleven na herlezing twaalf verhalen over. Vijf staken er duidelijk bovenuit; alle bevatten een knap geconstrueerde plot, waren zorgvuldig geschreven en gecomponeerd, en konden zonder haperen worden voorgelezen. Uiteindelijk wees de jury Juliëtte Berkhout als winnaar aan, die als hoofdprijs een gesprek met een uitgeverij kreeg aangeboden. Tweede werd Eus Wijnhoven en derde Daniëlle Veneman.
1ste prijs Juliëtte Berkhout
Ten slotte gebeurde het toch. Ze had gedwaald tussen meubels met kindernamen, dozen die een opgeruimd leven beloofden, stellen die monter naar het restaurant liepen, met verliefde blik een keuken streelden en vastberaden naar het magazijn stapten. Ze merkte dat ze minutenlang met een schuimspaan in haar handen stond die ‘Gräppig’ heette en wist: het is te weinig. Ze had erover gefantaseerd, of het kon. Het kon. Ze deed het niet - het was geen daad. Het gebeurde. Ten slotte. Ze zwaaide naar haar dochter in het kinderparadijs, liep de deur uit en reed weg.
2e prijs Eus Wijnhoven Die Wende
Ten slotte gebeurde het toch. Ons imperium werd in één week door de maffia tenietgedaan. En dat terwijl we ervan overtuigd waren dat na de Wende alles alleen beter kon worden. Mijn moeder was toiletjuffrouw en ik was vindingrijk. Direct na de val van de muur was alles ineens vrij maar nog niet toegankelijk. Ik begon een hamburgerkraam op het Karelsplein, tegenover de enige openbare latrine in de buurt. Daar verkocht mijn moeder wc-papier,
per velletje, en reinigde de toiletten. We vormden een goed team, mijn moeder en ik. Met laxeermiddel en verhulde onhygiëne creëerden wij onze eigen afzetmarkt.
3e prijs Daniëlle Veneman
Ten slotte gebeurde het toch. Mijn beste vriendin, daar deel ik alles mee - behalve sommige dingen. Zij weet precies hoeveel mannen en vrouwen mijn bed hebben gedeeld en met wie het lekker neuken was. Ze weet wanneer ik ga huilen en wanneer ze beter niks kan zeggen. Wij slapen samen in een bed, net als vroeger. Wij delen alles, behalve sommige dingen. Ik ken de ware grootte van haar borsten niet, wij boeren niet bij elkaar en ik heb nog nooit een scheet van haar gehoord. Dat is mijn grootste angst. Dat als we samen slapen ik een wind zal laten. Het kan niet en ten slotte gebeurde het toch.