De Revisor. Jaargang 5(1978)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Willem Jan Otten Geen antwoord op geen vraag Verschrikkelijk was het om te horen dat hij ooit zijn vader had vermoord, dat de vrouw met wie hij grandioos geslapen had zijn moeder was, - toch viel het in het niets bij wat hij tot op dat moment door had moeten maken: leven onder het bewind van een orakel. Toen was hij op zijn menselijkst, wat zeggen wil: minst bestand, vechtend met een vraag die hij zich zelf niet stellen kon. Per Ziener kreeg hij antwoord; de waarheid was zijn waanzin vóor. De goede, ietwat manke koning stak zich, waardig, schuldbewust, de ogen uit. Tragedie. Nu de werkelijkheid. Welke waarheid kwam ooit eerder dan waanzin? Wie, in waanzin, kreeg een antwoord? Van geen betekenis Vliegen. Rechte lijnen, haakse hoeken, onbegrijpelijke grafieken, op het wit van het plafond. Ze zijn er zo voor niets, zo zonder ander doel dan raadsels op te geven, - onweerstaanbaar de verleiding om ze te bezwaren met een onvervuld tekort, schuld waarvoor ze boeten moeten met een straf zoals zelfs Sisyphus niet werd aangedaan: opsluiting, levenslang, in een gevang waarvan de omtrek door hun eígen angst wordt vastgesteld, een grenzeloze cel met zelfgemaakte muren. Dit is wat dichters doen. En toch. Een vlieg is wat hij is. Een vlieg. Een onbelast insekt dat geen betekenis hecht aan zelfs de meest gekwelde lijnen die hij trekt. Vorige Volgende