De Revisor. Jaargang 5
(1978)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
Riemer Reinsma
| |
[pagina 49]
| |
Daniel Vosmaer, Gezicht op Delft, 1663; Stedelijk Museum ‘Het Prinsenhof’, Delft.
met bergen die aan de noordzijde gearceerd zijn. Een bijkomende bijzonderheid van deze kaart is nog dat hij op het oosten georiënteerd is; je ziet Engeland nl. ‘op z'n kant’ met Schotland links en de zuidkust rechts. De arcering op de bergen is hier dus aan de linker kant van de kegels. Weer een andere lichtval zien we in de Ptolemaeus-editie van Mercator (1578). Het betreft hier de kaart van Zuid-Oost-Azië. De bergrichels zijn dit keer weergegeven met de schaduw aan de zuidkant: zon pal in het noorden. En zo zijn er nog veel meer varianten (zon in het westen, zuidwesten enz. enz.) Een tweede punt waar in de 16de en 17de eeuw een soort willekeur heerste, was de oriëntatie van de kaarten (bij een op het oosten georiënteerde kaart ligt het oosten aan de bovenkant, bij een op het noorden georiënteerde kaart ligt het noorden boven enz.). Het was nog volstrekt niet algemeen gebruikelijk een kaart op het noorden te oriënteren. Deze conventie kwam pas in de loop van de 18de eeuw in zwang. Ook wat de lichtvoering betreft kwamen er pas naderhand min of meer vaste regels. Wie in de Bosatlas, of in een andere atlas die bergen of bergruggen in reliëf aangeeft, een kaart raadpleegt van (bijvoorbeeld) Zwitserland, merkt dat het zonlicht uit het noordwesten op de berghellingen valt. Het is niet helemaal duidelijk waar die laatste conventie (het licht uit het noordwesten) zijn oorsprong heeft. Er zijn verscheidene - zij het onderling verband houdende - hypothesen naar voren gebracht. De eerste hypothese houdt in dat de tekenaar zijn lichtbron - gezien de naar rechts verlopende schrijfrichting - meestal aan de linker kant heeft (vooral wanneer hij rechtshandig is) en dat hij daarom sterk geneigd zou zijn de schaduw naar rechts te laten vallen.Ga naar eind7 Tweede hypothese: een schaduw aan de linker kant van een figuur zou suggereren dat die figuur hol is, een schaduw rechts daarentegen zou een bolle vorm suggereren.Ga naar eind8 Ook dit zou een gevolg zijn van de naar rechts verlopende schrijfrichting. | |
[pagina 50]
| |
Claes Jansz. Visscher, Het Karthuizerklooster te Amsterdam, omstreeks 1610; verzameling Mr. Chr.P. van Eeghen, Amsterdam.
meiringen-hasliberg-bahnen
Het is niet met zekerheid uit te maken of één - dan wel beide - hypothese(n) juist is resp. zijn. Wel is het natuurlijk mogelijk na te gaan of er ook in het oude kaartenmateriaal, van voor de tijd dat er vaste regels waren, een sterke voorkeur merkbaar is voor een belichting van links of linksboven. In dat geval zou althans het causale verband met de schrijfrichting in ieder geval enige steun krijgen. Een klein onderzoekje op een aantal oude kaarten lijkt dit inderdaad te bevestigen. Van de 46 onderzochte kaartenGa naar eind9 uit de tijd van 1478 tot 1737 hebben er 41 de schaduw aan de rechter kant terwijl maar 5 stuks de schaduw links hebben.
Kaartenmakers van nu hebben dus - uiteraard veel meer dan andere tekenaars, schilders enz., de neiging hun afbeeldsels te laten beschijnen door een in het noordwesten gedachte lichtbron. In sommige gevallen trouwens is die lichtbron niet alleen in het noordwesten gedacht maar daar zelfs feitelijk aanwezig: namelijk tijdens het maken van de kaart. Bepaalde kaarten komen tot stand doordat men een van tevoren geboetseerd landschap, overeenkomend met het te cartograferen gebied, natekent of fotografeert; en in zo'n geval pleegt men het maquettelandschap te beschijnen met een elektrische lichtbron in het noordwesten. Een dergelijke tegennatuurlijke lichtval lijkt geheel onschuldig. Toch kan hij voor een zeker type kaarten vrij hinderlijke consequenties hebben; namelijk voor toeristische kaartjes van berggebieden. Menig Alpendorp dat zich in een riante ligging op de zonnige zuidflank van een bergmassief mag verheugen, zou - bij toepassing van de noordwestbelichting - op de reliëfkaart een in het halfduister gehulde gribus lijken. In zulke gevallen kruipt het bloed uiteraard waar het niet gaan kan, en zal iedere rechtgeaarde vvv-cartograaf de natuur verkiezen boven de leer. Op een folder van het ski-gebied rondom Meiringen-Hasliberg (Zwitserland) zien we dit plaatsje zonovergoten tegen de achtergrond van een sneeuwwitte, fel glinsterende zuidhelling liggen. |
|