[Op reis naar het geluk (vervolg)]
Maar jij komt al uit München, dat is beter!
Pauze
‘Lodenfrey’ is een goeie firma, dat is ons geluk waarschijnlijk. Als ik nu zou komen en zeggen: ‘Hebt u werk voor mij in het atelier’ dan zouden ze me afwimpelen en zeggen: ‘Personeelsstop, juffrouw’. En er zou niks van inkomen.
Maar wie er al eenmaal bijzit, in het ‘warme Lodenfrey-nest’, die heeft niets te vrezen, zegt de afdelingschef, als hij zo goed z'n best doet als je mama.
Stil als een muisje zijn en hard werken, dat valt in de smaak. Ze lacht vrolijk. Soms gebeurt het wel eens dat je mama het liefst van haar stoel zou opstaan en wat zou willen zeggen (ze lacht vrolijk) maar dat vergeet je dan maar weer vlug. Dat kan nou eenmaal niet anders.
Het gebeurt wel eens dat mama ergens midden in een winkel staat en aan de beurt is, maar iemand anders dringt voor en is nog helemaal niet aan de beurt. Als m'n keel dan niet dichtkneep omdat ik wil zeggen dat ík nu aan de beurt ben, dan zou ik het zeggen. En papa heeft altijd gezegd: ‘Een grote mond opzetten? Als je een grote mond hebt krijg je er een terug!’
Het is moeilijk om je aan te passen als je zelfstandig bent.
Pauze
Maar jij moet later van je afslaan, dat is nodig. Bij mij is het misschien al te laat, maar bij jou moet alles nog beginnen.
Bij mama zit het er al in dat je respekt hebt voor iemand en helemaal niet weet waarom en dat je dat niet kan veranderen, maar bij jou mag dat later absoluut niet gebeuren, jij moet de ruimte krijgen waar je kunt verdwalen, en omdat je sterk bent kom je vooruit.
Het leven met beide handen beetpakken en net zo lang schudden tot er wat goeds voor je afvalt, dat moet je van het begin af aan leren.
Pauze
Om te leren moet je goede voorbeelden hebben. Dat is moeilijk. Misschien zou ik je eigenlijk maar om de zoveel tijd moeten zien en je opvoeding overlaten aan een heel duur tehuis, dat later internaat heet, in het buitenland, Engeland of zo. Wie daar opgroeit brengt het heel ver, dat is bekend.
Pauze
De toekomst brengt nieuwe behoeftes, dat is duidelijk, en ik zal m'n best moeten doen om je wensen te vervullen. Maar we mogen geen al te grote bokkesprongen maken, dat kunnen we nu ook al niet.
Pauze
Vertrouw maar op je mama, die schommelt haar kindje naar de zevende hemel, zoals ze zeggen.
Pauze
Stoftoeslag, dat is nu de strijd die de anderen willen winnen. Omdat ze dom zijn. 't Is toch duidelijk dat het in een atelier stuift, als het er een is met onze stoffen, dat is overal zo. Daar stuift het soms zo dat je wel een stofzuiger zou kunnen gebruiken omdat het zo stuift. En geen douche, en alleen maar een afzuiger die daar eigenlijk niet geschikt voor is.
Maar toch zeg ik niks. Want die zich nou zo druk maken voor de stoftoeslag, wie weet of die er morgen nog wel zijn, zegt de afdelingschef: liever werk dan geen werk, zeg ik maar.
Pauze
En als ze van de bond komen dan zeg ik: Mij maakt wat stof niks uit, omdat ik goeie longen heb en als het kriebelt dan hoest ik gewoon, wat zou je anders.
En de afdelingschef die hoort dat en zegt: ‘Die is nog beter dan ik al dacht, die komt vooruit, omdat ze zo braaf is!’ En dan krijgt mama heel vlug vijftig pfennig per uur meer en dan komen alle dromen de verwezenlijking nabij als het dan zo doorgaat.