[Op reis naar het geluk (vervolg)]
duren, omdat mama dat heel goed kan, omdat ze dat geleerd heeft. Mijn domme jongen die weet dat allemaal niet, hoe lang dat geduurd heeft voordat zo'n sierdekentje klaar is voor op de kinderwagen. Zoiets moet je met liefde doen. En dat kan niet iedereen. Een heleboel mensen hebben zoveel liefde niet. Als mama. Het is maar goed dat elk kindje zijn eigen mama heeft. Bijna. Ze zouden niet weten wat ze moesten beginnen, de kindjes, als ze op de wereld kwamen en er zou geen mama voor ze zijn. Jij hebt wel geboft, meer dan wie ook. Een mama, dat is het allerbelangrijkste, onthou dat maar goed, want een papa moet de wereld in, mama blijft bij je. Ze lacht vrolijk Een papa is een veelgevraagd persoon en heeft verplichtingen. Een mama niet.
Pauze
Ik ben bescheiden, dat is het, daarom mogen ze ons ook allemaal zo graag, omdat we niet te veeleisend zijn. En nu zitten we zelfs in de trein en reizen naar papa omdat hij geschreven heeft: ‘Als jullie zin hebben om er eens een keertje uit te vliegen, kom me dan opzoeken...’ Wat een fijne middag zullen we vandaag hebben. Papa stapt nu misschien al in zijn auto, hij kijkt nog een keertje op zijn horloge en dan rijdt hij naar het station, en als we dan aankomen staat hij daar vol ongeduld te wachten! Dat zul je zien.
Pauze
Wat kun je nog meer wensen. En na de begroeting, die heel hartelijk is, wordt de kinderwagen ingeklapt, zodat hij in de kofferruimte past. En dan stappen we in, voorin, en zitten naast papa en kijken hoe hij rijdt, en we maken een fijn uitstapje. Papa zal wel weten waarheen. Een uitspanning met een mooi café, en waar ze hem niet kennen, want dat moet.
Dan stappen we uit en gaan het café in en de mensen kijken omdat ze denken dat het bij ons altijd zo gaat. Papa zegt dan ‘Voor mijn vrouw een ijskoffie met een gebakje en voor mij een glas wijn’. En ik knik alleen maar. Ze lacht vrolijk
En als dan ook nog de zon gaat schijnen, en dat kan best, dan zitten we zelfs op een terras voor het café. Dan schommelt papa de kinderwagen als je lief bent. Je moet wel lief zijn, want papa houdt er niet van als je huilt en de andere mensen kijken omdat 't ze stoort. Niet opvallen, dat is het parool.
Pauze
's Avonds moeten we terug, dat is de afspraak. Maar omdat we dat weten en het niet anders kan vinden we dat niet erg.
Pauze
Maar dat is nog lang niet alles, dat had ik bijna vergeten. Want als we koffie met gebak en een heleboel andere lekkere dingen hebben gegeten en mijn jongetje de fles die we voor hem hebben meegenomen ook zoet opgedronken heeft, zodat papa ziet wat een lief kind hij heeft, dan betaalt papa en hij geeft een fooi en dan gaan we eerst nog wat wandelen in de omgeving van het café. Papa heeft al iets moois uitgezocht. Dan geeft mama papa een arm en als de weg wat omhoog loopt helpt papa mama de kinderwagen duwen en mijn jongetje ligt in de kinderwagen en lacht, zoals het hoort, omdat papa hem vast en zeker op het station al een mooi cadeautje heeft gegeven, een hele grote verrassing: misschien wel een klein beertje.
Pauze
Ja, dat duurt heel lang. En het begint al donker te worden en we kunnen maar niet genoeg krijgen van elkaar, heerlijk, dan gaat het erom de tijd stil te laten staan, heel stil zijn, niets verstoren. Ze lacht vrolijk Papa vertelt hoe het met hem gaat en wat er voor nieuws is en mama luistert heel goed naar hem. En mama zal papa niks vragen wat hij niet graag zegt, zodat er geen problemen komen, ze moet heel goed oppassen. Twee treinen staan er op het papiertje, die we kunnen nemen, een om iets voor zevenen en een om negen uur. Mama heeft het opgeschreven. En