I
Dat kinderen op het gebied van de beeldende kunst soms opmerkelijke prestaties kunnen leveren, is redelijk bekend, maar hoe komt het dat ze maar bij uitzondering hun fantasie en beeldend vermogen in dichtvorm uiten? Is poëzie niets voor kinderen? De dichter en toneelschrijver Kenneth Koch, als hoogleraar Engelse en Vergelijkende Literatuurwetenschap verbonden aan de Columbia Universiteit, stelde zich deze vraag. Hij beschikte over enige ervaring in het werken met volwassenen binnen zogenaamde writing classes en het vermoeden vatte bij hem post dat de daar toegepaste methode met de nodige aanpassingen succes op kon leveren bij kinderen. Gedurende een tweetal seizoenen werd hij in staat gesteld zijn ideeën te toetsen aan de praktijk van een openbare lagere school in New York: P.S. 61 in Manhattan. Van zijn ervaringen legt Koch verslag af in een boek, Wishes, lies and dreams, teaching children to write poetry, dat naast een inleidend essay voor vier-vijfde bestaat uit een bloemlezing uit het werk van leerlingen.
Zijn volwassen leerlingen was Koch gewend opdrachten te geven: schrijf een gedicht in de geest van Pound's Cantos, maak een sonnet over iets dat je gedroomd hebt, etc. Met kinderen moest het wat speelser, meende hij. Als iedereen nu eens één versregel maakte en de meester las alle regels achter elkaar voor, dan had je een klasgedicht. Om enige eenheid te garanderen werden bepaalde afspraken gemaakt: in elke versregel zou een of andere stripfiguur voorkomen, een bepaalde kleur en de naam van een stad of een land. Koch verzamelde alle papiertjes, rommelde ze door elkaar en las het geheel voor als één gedicht. Er waren leerlingen geweest die zich niet aan de regels hadden gehouden, maar er waren genoeg grappige en tot de verbeelding sprekende versregels onder om een sfeer van opwinding en entoesiasme te scheppen.
Na het klasgedicht werd een serie andere projecten opgezet. Koch kwam bij voorbeeld met de kinderen overeen een gedicht te maken waarvan elke regel begon met I wish. De gelegenheid om hun geheime wensen, fantasieën en kritiek binnen schooltijd te kunnen uiten en daarbij te kunnen rekenen op de entoesiaste aanmoediging van een echte professor leidde tot een koortsachtige activiteit. Droomgedichten, kabaalgedichten, kleurgedichten, leugengedichten, het was allemaal even prachtig.
In de volgende klassen waar Koch kwam, hoefde hij niet meer te doen dan wat producten van de andere kinderen voor te lezen en het ijs was gebroken.
When I started to read the fourth-grade Wish Poem, it was as though they couldn't believe what was happening. Their secret thoughts and dreams, cast into verse, and being read to them in school by a smiling man!
Koch stelde zich zoveel mogelijk naast de kinderen op. Hij probeerde ze niet aan het schrikken te maken met moeilijke woorden en dichterlijke taal, maar spoorde ze daarentegen aan zich zo vrij en open mogelijk te uiten. Een van de frames die hij de kinderen aanbood was dat waarbij de regels om de beurt beginnen met I seem to be... en But really I am... Het werd een groot succes, maar men kan zich gemakkelijk voorstellen wat er gebeurd was als Koch woorden had gebruikt als My seeming self en My true self. Onnodig om te zeggen dat hij natuurlijk nooit sprak van alliteratie als het ging om woorden die met dezelfde klank beginnen of van onomatopeeën als je ook kon spreken over woorden die net zo klinken als wat ze betekenen.
Poetry is a mystery, zegt Koch, but it is a mystery children can participate in and master, and they shouldn't be kept away from it by hard words.
Met opzet vermeed Koch het gebruik van rijmwoorden, omdat rijm zijns inziens door kinderen niet soepel gehanteerd wordt en leidt tot gekunsteldheid en singsong (dreun). De ruggegraad die het rijm aan het gedicht zou kunnen geven zoekt hij liever in een telkens terugkeren van bepaalde woorden of woordgroepen; een soort gelexicaliseerd rijm zou men kunnen zeggen.