[Vormen van literatuurwetenschap (vervolg)]
De interpretatie van het gedicht (H1) en (H2) probeerde Wapnewski nu in een literairhistorische samenhang te plaatsen en met literairhistorische gegevens te ondersteunen. Na vastgesteld te hebben, dat het gedicht in dialoogvorm is geschreven en na een formele en inhoudelijke vergelijking met andere typen dialoog uit de lyriek vóór Walther gemaakt te hebben, komt Wapnewski tot de derde hypothese (H3): Walters gedicht is een pastourelle.
Dit is de eerste stap van Göttners rekonstruktie. Zij vermeldt Wapnewski's probleem en kenschetst zijn voorlopige antwoorden daarop als een aantal hypothesen. De clou van haar rekonstruktie is nu, dat zij een logisch verband gaat leggen tussen ten eerste de drie (centrale) hypothesen (H1), (H2) en (H3), en, vervolgens, tussen elk van deze hypothesen en een aantal van hen afhankelijke onderhypothesen.
Volgens Göttner (1973:25) is (H3): ‘Walthers gedicht is een pastourelle’, de belangrijkste hypothese in Wapnewski's onderzoek. Als (H3) klopt, moeten in het gedicht de kenmerken van de pastourelle zijn aan te treffen, bijvoorbeeld de liefdesdialoog. Wanneer nu strofe (b) door het meisje, en niet door de ridder zou worden gezegd, hebben we zo'n dialoog. (H1): ‘Strofe (b) is een vrouwenstrofe’, hangt dus logisch van (H3) af. Nemen we aan, dat strofe (b) inderdaad een vrouwenstrofe is, dan hebben we ‘gewisse (psychologische) Gründe’ om te stellen, dat strofe (c), waar de aangeboden krans door het meisje geaksepteerd wordt, vóór strofe (b), waar het meisje bedankt, komt. (H2): ‘Strofe (c) hoort vóór strofe (b), hangt dan van (H1) af.
Van elk van deze hypothesen hangen weer onderhypothesen af. We geven een paar voorbeelden van onderhypothesen (OnH), die van (H3): ‘Walthers gedicht is een pastourelle’, afhangen (Göttner 1973:50ff.):
OnH 1 Of een gedicht een pastourelle is, wordt bepaald door de inhoud en niet door de strofisch-muzikale vorm. Welnu, zegt Wapnewski, Walthers gedicht wordt eveneens door de inhoud bepaald.
OnH 2 De inhoud van een pastourelle is een ontmoeting onder de blote hemel tussen twee personen die een zeer verschillende sociale status hebben.
In Walthers gedicht is de plaats van handeling de vrije natuur; tussen de handelende personen bestaat sociaal een grote kloof.
OnH3 De inhoud van een pastourelle wordt gepresenteerd door een dialogisch, ‘dramatisch’, episch-vertellend verslag in de eerste persoon enkelvoud, waarbij hoofdpersoon en verteller meestal identiek zijn.
De ontmoeting, in Walthers gedicht, wordt in dialoogvorm verhaald. In Walthers gedicht is de hoofdpersoon ook de verteller. Het gedicht heeft een erotische dialoog als kern.
OnH 4 In een pastourelle geeft het meisje zich vaak zonder meer aan de ridder.