Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Reis van Jan van Mandeville (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

ebook (2.91 MB)

XML (0.48 MB)

tekstbestand






Editeur

N.A. Cramer



Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Reis van Jan van Mandeville

(1998)–Anoniem Reis van Jan van Mandeville–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat paep jan kersten is, mer niet volcomelyc als wy syn inden gheloue ende ander dinc.

Dese keyser pape jan dat is een kersten ende een groot deel van sinen lande ooc, nochtan en hebbense niet volcomeliken alle die articulen vanden gheloue, also wise hebben. Si ghelouen wel in den vader ende inden zone ende inden heylighen gheest ende sijn wel heylich ende ooc ghetrouwe deen den andren ende en roeken niet van gheenre barenteerscepen noch van gheen bedrieghenisse. Onder hem sijn lxxij. prouin\chien ende

[Folio 139va]
[fol. 139va]

in yghelike prouinchie is een coninc ende alle gheuen se hem tribuut. Ende in sijn lant is menich groot wonder. Want daer is een zee, die vol sants is ende cleynre steynkijn zonder enich dropel waters, ende gaet ende comt mit groten baren of vloeden, alse dander zee doet, nochtan ghenen tijt en houtse haer stille, noch in dese zee en mach niement varen noch te scepe noch anders. Ende daer omme en machmen niet weten, wat lande ouer dese zee is ende nochtan datter gheen water in en is, so vintmen daer in goede visschen omtrent dat oeuer van deser zee, van anderre maniere ende maecsele dan men in die ander zee vint ende van goeden smake

[Folio 139vb]
[fol. 139vb]

ende bequamelike tetene. Ende in drie dachuaerden van deser zee sijn grote gheberchte, vten welken coomt een riuiere ghelopen, die vanden aerdschen paradise coomt. Ende die riuiere is vol van dierbaren ghesteente ende zonder water ende loopt neder waert door die wildernisse mit groten baren, alse die zant zee doet, daer jc v hier voren of seyde, ende ten einde valt se in die santsche zee ende daer verliest mense. Ende dese riuiere loopt aldus drie dagen in die weke ende brenct mit haer grote stene vanden steenrootsen, die herde groot ghescal maken. Ende also saen alsi in die zant zee is gheuallen dese riuiere mit haren groten stenen, so en sietmen niet meer noch en hoort ende wort al verloren. Binnen desen iij daghen, dat si aldus

[Folio 140ra]
[fol. 140ra]

lopet, niement en souder in dorren gaen, mar in die ander daghe gaetmen daer wel in. Jtem bouen dese riuiere een luttel vorder in die wildernisse staet een groot pleyn sauelachtich ende tusschen tgheberchte ende in dit plein alle daghe ter zonnen opganghe beghinnen daer cleyne boomkine te wassen toter noenen toe ende draghen fruut. Mar niement en dar van desen frute nemen, want het is recht of het elfs ghedrochte ware ofte van varenden vrouwen. Ende nader noene so ontwassen si ende crupen weder in die aerde alse te zonne onderganghe, datmense niet en siet. Ende aldus doen si alle daghe ende dit is een groot wonder. In dese wildernisse sijn vele wilder manne ghecroont ende herde

[Folio 140rb]
[fol. 140rb]

vreselijc, die niet en spreken, mer criten als verkene ende rochelen. Daer sijn ooc vele grote wilde honde ende daer syn veel papegaeyen, die in haerre spraken parsi stat . . . . . Ende daer sijn sulke papegayen, die van naturen spreken ende groeten die liede, die doer dese wildernisse liden ende spreken also volcomelijc, oft een mensche waer. Ende dese, de so wel spreken, hebben brede tonghen ende hebben an elken voet vijf clauwen. Daer isser van een ander manieren, die mer ij clauwen en hebben aen elken voet ende die spreken luttel ofte niet, datmen qualijc verstaen mach ende en doen anders niet dan si criten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Irak

  • Saudi-Arabië

  • China

  • Griekenland

  • Israël

  • Ethiopië

  • Turkije

  • Egypte

  • India