S
salvia
Muziek van beneden, over de binnenplaats, omhoog, door het geopende raam met het wapperende gele gordijn. ‘Let me teil you 'bout the birds and the bees and the flowers and the trees...’ Een bed als een schip van dons en linnen. Zonlicht van boter.
De trap af, op blote voeten, door de hal met de koude tegels. De kamer. De keuken. Een fluitketel soest op het grote fornuis.
Buiten strijkt de wind door de perelaar. De lucht achter de tuin, boven de haven, strak en helder en heel vaag, maar dichterbij droge, door zon beschenen aarde. In de hitte van de zomerochtend een poederachtige, groene geur.
In de kas een schim achter de witgekalkte ramen.
Langs de bloembedden met de grijze aarde, het knisperende gras dat schittert in het ochtendlicht, achtergelaten hark, tanden omhoog.
Dan alles rood en geurend en in het rood eindeloze diepte. Bloemen om in te vallen.
Schaduw.
‘Wat doe jij hier op blote voeten?’
Bij de bloemen gehurkt, net op tijd gered.
‘Salvia's.’
(Marcel Möring)