perrronkaartje
Een favoriet uitje van vroeger was: een familielid van de trein halen. Bij het feestelijke van een tante op visite kwam nog het meer dan feestelijke station. Niemand mocht zomaar een station in. Niemand mocht zonder kaartje een perron betreden. Om iemand af te halen moest je dus een kaartje kopen, een bruinig kartonnen kaartje met het speciale soort letter dat nu nog alleen in speelgoedpostkantoortjes gebruikt wordt. Tien cents kostte het kaartje, maar het was het waard. Het kaartje werd door een perronconducteur geknipt en na het oponthoud op het perron moest het ook weer afgegeven worden. Dat gebeurde met alle kaartjes, elk treinkaartje werd ingeleverd, elk perronkaartje ook. Daardoor kon het verkeerd betreden van het perron voorkomen worden en misbruik bestraft.
Het perronkaartje is ooit afgeschaft, waarschijnlijk in dezelfde tijd als de stemplicht afgeschaft werd. Die twee hebben iets gemeen: voor fatsoenlijke mensen was stemplicht overbodig (ze stemden toch al omdat burgers gebruik dienen te maken van hun democratische rechten) en misbruik maken van een station kwam niet in je hoofd op. Wie er niets te zoeken had, kwam er niet. Alleen treinreizigers, ophalers en wegbrengers, stationspersoneel en een enkele locomotiefliefhebber maakten gebruik van de wachtkamer en de stationsrestauratie. Dat waren heel andere mensen dan de zwervers die geen andere plek hebben om zich op te houden, rumoerige voetballiefhebbers, opgeschoten jongeren en verslaafden. Waarschijnlijk moest er op een bepaald moment bezuinigd worden op trein- en stati- onspersoneel en werd het perronkaartje overbodig geacht. Maar daarmee verdween veel meer dan alleen die stapel bruine hardkartonnen kaartjes. Daarmee verdween ook het extra feest dat wegbrengen en ophalen van familie en kennissen betekende. Daarmee verloor het station iets van het exclusieve, dat elke betaalde plaats nu eenmaal heeft. En daarmee verdween het gevoel dat het station een veilige plaats is waarover conducteurs, perronwachters en machinisten waken, ook als wij er niet zijn.
Iedereen kan tegenwoordig zomaar een perron oplopen. En iedereen doet het ook. Het bijzondere is er voorgoed af.
(Aukje Holtrop)