B
bal
Wat aan woorden waarschijnlijk het meest vergeten zal raken is hun eigen jeugd: de tijd dat ze jong waren en nog maar even begrepen. Hun beweeglijkheid toen - net zo vloeibaar van vorm als een vroeg organisme dat, langs de zeebodem zwevend, alles opneemt waar het iets van zichzelf in herkent; en hoe ruimer hoe liever.
Zo krijgt bijvoorbeeld een bal, die eerst rood was, steeds meer kleuren erbij; ook kan hij pluizig of glad zijn, zelfs van zilverig glas dat de kamer weerspiegelt. Of zo zacht als je wilt tot hij leegloopt en plat is: toch nog altijd een bal. Maar blaas je hem op en wordt hij daarbij doorzichtig dan verandert zijn naam, die ten slotte zelfs helemaal zoek blijkt te raken als zijn huid van papier is, met een kaars erin. Of een schil wordt, glimmend gekleurd op de fruitschaal.
Zo gaat een woord eerst van één ding naar meerdere dingen en keert dan telkens een eindje terug, tot zijn terrein is bepaald. Ligt dat eenmaal vast dan wordt het heel moeilijk om zijn jeugd nog te kennen, haast onmogelijk zelfs. Want het veld waar zo'n woord ooit vrij spel heeft gehad raakt overbezet met extra begrippen, steeds hoger ontwikkeld en preciezer benoemd. De hele fruitschaal vol termen, geen appel dezelfde in een ander seizoen; en zelfs een bal kan zijn beeld nog maar nauwelijks vinden want wat bedoel je voor een, elk spel roept een andere voorstelling op. Zo damt een vroeg woord niet alleen zijn beweeglijkheid in, zijn vloeibare voeten, maar het raakt bovendien inwendig verdeeld: vol tussenschotten, poreus als koraal. Het moet steun gaan zoeken bij andere woorden, waaruit op den duur een heel stelsel ontstaat dat, grillig vertakt, als een rif zo vast en onwrikbaar is. -Daar kun je vervolgens van alles mee doen, je kunt er kralen uit snijden voor een vertelling, er betogen mee bouwen, puzzles van leggen en de dingen mee aanduiden die je ziet, één voor een. Maar geen woord dat nu nog voor zichzelf kan beginnen of een herinnering heeft aan hoe het begon.
En toch. Wat gebeurt er bij een speciaal soort schikking zoals dichters