Hoe wist men dat?
J., dochter van een hoge regeringsambtenaar in Braunschweig, geboren in 1915, dus ongeveer 28 jaar, met ariese echtgenoot, middelbare school, studente kunstgeschiedenis, werd in het Nedersaksiese provinciestadje G. als onafscheidelijk beschouwd van de mannelijke proefpersoon, een zekere P., geboren in 1900, zonder beroep. J. liet de reddende echtgenoot schieten voor P. Zij volgde haar minnaar naar Praag, later naar Parijs. In 1938 slaagde men erin P. op rijksgrond te arresteren. Enkele dagen later dook J. in het land op, op zoek naar P., en werd eveneens gearresteerd. In de gevangenis en later in het kamp doen beiden meerdere pogingen om bij elkaar te komen. Vandaar onze teleurstelling: nu mochten ze eindelijk, en nu wilden ze niet.
Waren de proefpersonen niet bereidwillig?
In principe waren ze gehoorzaam. Ik zou dus zeggen: bereidwillig.
Waren de gevangenen goed gevoed?
Reeds geruime tijd voor het begin van het experiment hadden de uitgekozen proefpersonen bizonder goed te eten gehad. Thans lagen ze reeds twee dagen in dezelfde ruimte, zonder dat toenaderingspogingen konden worden vastgesteld. We gaven hun eiwit uit rauwe eieren te drinken, de gevangenen namen het eiwit gretig tot zich. Oberscharführer Wilhelm liet de twee met tuinslangen natspuiten, vervolgens werden ze, door en door koud, weer naar de houten kamer gebracht, maar ook de behoefte aan warmte bracht hen niet nader tot elkaar.
Vreesden zij de vrijgeestigheid waaraan zij zich zagen blootgesteld? Dachten zij dat dit een onderzoek was waarbij zij moesten bewijzen hoe het met hun moreel gedrag was gesteld? Stond het ongeluk van het kamp als een hoge muur tussen hen in?
Wisten zij dat in geval van bevruchting beide lichamen opengesneden en onderzocht zouden worden?
Dat de proefpersonen dat wisten of zelfs maar vermoedden, is onwaarschijnlijk. Door de kampleiding werden hen herhaaldelijk positieve beloften gedaan voor het geval dat zij het zouden overleven. Ik denk dat ze niet wilden. Tot grote teleurstelling van de speciaal hierheen gereisde Obergruppenführer A. Zerbst en zijn gevolg bleek het experiment niet uitvoerbaar daar geen enkel middel, zelfs niet geweld, tot een positieve afloop van het experiment leidde. We drukten hun lichamen tegen elkaar, hielden hen terwijl we ze langzaam warm lieten worden vlak bij elkaar, wreven hen in met alkohol en gaven de proefpersonen alkohol, rode wijn met ei, zelfs vlees te eten en champie te drinken, we brachten veranderingen aan in de belichting, niets van dat alles vermocht hen evenwel op te winden.
Is wel alles geprobeerd?
Ik kan garanderen dat alles is geprobeerd. We hadden een Oberscharführer in ons midden die er wel enig verstand van had. Hij paste stap voor stap alle middelen toe die normaliter uiterst probaat werken. We konden uiteindelijk niet zelf naar binnen gaan en ons geluk beproeven aangezien dat rasschennis geweest zou zijn. Geen van de middelen die beproefd werden, leidde tot opwinding.