Eckard Schulze-Fielitz en Konrad Wassermann in de gelegenheid stellen hun opzienbarende stedebouwkundige opvattingen welke op de tentoonstelling ‘Heimat, deine Häuser’ te bezichtigen zijn, uit te voeren.
De vernietiging der steden zal plaatsvinden met instemming van de Bundeswehr en volgens de bepalingen van de wet op de noodtoestand, welke dan meteen getest kan worden. De vernietiging der steden zal
ten uitvoer worden gebracht. De historische vernietiging zal naar het voorbeeld van 1945 door de militairen worden uitgevoerd, de artistieke vernietiging door de kunstenaars volgens hun eigen beelden. Dergelijke levensgrote vernissages, assemblages, decollages, trucbeelden en luide redevoeringen vanuit bommenwerpers zullen worden uitgevoerd door de kunstenaars Arman, Artmann, Stan Brouwn, Robert Filliou, Hermann Goepfert, Friedrich Hundertwasser, Rauschenberg, Daniel Spoerri, Jean Tinguely, Günter Uecker, Jef Verheye, Wolf Vostell, Emmett Williams en de verzamelde Koninklijke Academies voor Schone Kunsten.
De stad Keulen geldt als voorbeeld voor de historische, de stad Frankfort als model voor de artistieke vernietiging en oplossing.
Tijdens de vernietiging zal de bevolking worden geëvacueerd en voor enige tijd in provisorische wijk-steden worden ondergebracht, waarin de wet op de noodtoestand reeds voorziet. Radiogebouwen en uitgeverijen zullen aanvankelijk niet worden gebombardeerd daar zij iets over de toestand kunnen mededelen. Zo ook de erehutten van de regering.
De wetmatigheden en toevallen volgens welke de terugkeer van Duitsland tot de stand van zaken in 1945 en de opbouw van de toekomst doorgevoerd zal worden zijn in een vierjarenplan neergelegd. Voor het werk dat gedurende deze vier jaar uitgevoerd zal worden mag men niet de term wederopbouw gebruiken, daar niets uit het verleden van dit Duitsland weer op te bouwen zou zijn. Naar het voorbeeld van de ontwerpen van bovengenoemde architecten zullen de gebombardeerde en artistiek opgeloste steden weer met nieuwe steden worden bebouwd of zij blijven plat als een gedenkteken van de Duitse overwinning van 1945, als trekpleisters van het wereldtoerisme, en als vrije scheppingen van de menselijke geest. Op deze wijze bespaart men bovendien een eventueel nog te voeren