Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. Jaargang 2006
(2006)– [tijdschrift] Queeste– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 1]Synthese
| |
[pagina 2]
| |
- Stemmen op schrift bestaat vooralsnog niet in vertaling - werd gestreefd naar een themanummer dat ook in de taalkeuze de meertalige aanpak van het tijdschrift weerspiegelt. Het resultaat bestaat uit twee bijdragen in het Engels, één in het Duits, één in het Frans en één in het Nederlands (aan die bijdrage is overigens door de auteur een Engelse samenvatting toegevoegd). De eerste bijdrage is geschreven door Elisabeth van Houts, historica aan het Emmanuel College, University of Cambridge. Zij gaat in op de culturele banden tussen Vlaanderen en Engeland in de elfde en twaalfde eeuw, met bijzondere aandacht voor de historiografie en de rol van vrouwen in het literaire leven. De tweede bijdrage is van de hand van de Nijmeegse cultuurhistoricus Peter Raedts. Hij plaatst het verhaal dat in Stemmen op schrift wordt verteld in het bredere kader van de religieuze ontwikkelingen in de middeleeuwen en verklaart, en passant, ook de bewondering die de jezuïet Jozef van Mierlo koesterde voor het oeuvre van Hadewijch. De germanist Bernd Bastert van de Ruhr-Universität Bochum - die onder andere zijn sporen heeft verdiend in het onderzoek naar Duitse Karel- en Arturepiek - tekende voor de derde bijdrage: een pleidooi voor meer gemeenschappelijk onderzoek naar de Duitse en Nederlandse literaire tradities. Keith Busby is de auteur van de vierde bijdrage. Deze Britse romanist, die doceert aan de University of Wisconsin (Madison) en die zich specialiseerde in de handschriftelijke context van Franstalige teksten, meent dat een boek als Stemmen op schrift voor het veelomvattende terrein van de romanistiek onmogelijk geschreven kan worden. Tot slot is er de bijdrage van Kees Dekker, de Groningse anglist die een monografie schreef over de oorsprong van de studie van de Westgermaanse talen in Engeland en in de Lage Landen. Hij bekijkt Stemmen op schrift vanuit het perspectief van de ‘English Studies’ en vergelijkt de diglossie (of triglossie) die in de Lage Landen bestond, met de meertalige situatie aan de overkant van het kanaal. Na deze vijf bijdragen, die samen het themanummer Synthese vormen, volgt nog een aantal reguliere besprekingen in de rubriek ‘Naar aanleiding van’. Bijzondere aanbeveling verdient de bespreking door Paul Wackers van het handboek van Helmut Tervooren over de literatuur in het gebied van Maas en Rijn. Tervooren hanteerde bij de samenstelling een heel andere aanpak dan Van Oostrom, maar ook dit werk biedt verrassende perspectieven.
Remco Sleiderink namens de redactie van Queeste |
|