Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. Jaargang 2003
(2003)– [tijdschrift] Queeste– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
[Nummer 2]Hertog Jan I van BrabantEen precieze datum is niet bekend, maar zo'n 750 jaar geleden zag hertog Jan I van Brabant het levenslicht. Dat hij zou uitgroeien tot de meest glorieuze van alle Brabantse vorsten, zal toen niemand hebben voorzien. En toch waren de verwachtingen hooggespannen. De Leuvense dominicaan Thomas van Cantimpré beschrijft in zijn Bonum universale de apibus (ca. 1263) hoe de toekomstige hertogin Aleide nog voor haar huwelijk met hertog Hendrik III in 1251/1252, van een vooruitziende arts te horen kreeg dat haar eerste kindje bij de geboorte zou sterven en dat haar tweede ziek zou zijn. Van de kinderen die zij daarna zou baren, zou ze echter veel plezier hebben. Van die gezonde kinderen was Jan de eerste.Ga naar voetnoot1 Eerst zag het er niet naar uit dat Jan hertog zou worden. In de lijn van de opvolging werd hij immers voorafgegaan door zijn oudere broer Hendrik, een lichamelijk en geestelijk gehandicapte jongen die inderdaad in 1261 als hertog Hendrik IV zijn vader opvolgde. De verrassende wending deed zich voor in 1267 toen de hertogin-weduwe genoeg steun had gevonden voor een machtsoverdracht tussen beide broers. Hendrik IV trad aften gunste van zijn jongere broer. Voor hertog Jan I lag de weg naar de roem nu wagenwijd open. Dat hertog Jan I van Brabant († 1294) zo tot de verbeelding van latere generaties heeft gesproken, heeft ongetwijfeld veel te maken met de lyriek die op zijn naam is overgeleverd in de beroemde Manessecodex. Dit themanummer van Queeste biedt van die liedjes een nieuwe, diplomatische editie van de hand van Frank Willaert en Jan Goossens. Eerstgenoemde heeft de liederen van de hertog bovendien diepgaand vergeleken met de dertiende-eeuwse Franse en Hoogduitse lyriek en komt tot een boeiende visie op de ontstaanscontext. Wim van Anrooij bestudeert in zijn bijdrage een Hoogduits lofdicht op de hertog, een zogenaamde ererede. Een ander voorbeeld van dat genre - een tot op heden onbekende Middelnederlandse ererede op koning Jan de Blinde van Bohemen, kleinzoon van hertog Jan - wordt hier uitgegeven en bestudeerd door Jaap Tigelaar. Het themanummer wordt afgesloten door Robert Stein die schetst welke accenten de Brabantse historici van de dertiende tot de vijftiende eeuw legden in hun beschrijving van de roemruchte held van de Slag bij Woeringen. Dat die onverwachte overwinning in 1288 veel heeft bijgedragen aan de roem van de hertog spreekt voor zich. | |
[pagina 96]
| |
Afb. 1 Medaillon van hertog Jan I van Brabant († 1294) genealogisch drieluik van keizer Karel V. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, hs. 14569.
Met uitzondering van de bijdrage van Jaap Tigelaar gaan de hier gepresenteerde artikelen terug op lezingen die op 30 en 31 augustus 1994 werden gehouden bij een congres over hertog Jan I in Zoutleeuw. Aanvankelijk zouden de stukken worden gepubliceerd in een bundel onder redactie van Marika Ceunen en Frans Hendrickx. Wij danken hen hartelijk voor de vriendelijke samenwerking en de auteurs voor de moeite die ze zich hebben getroost bij het actualiseren van de teksten. Dankzij hen allen komt hertog Jan weer varen - te peerd, parmant - al triumfant, na 750 jaren...
De redactie |
|