Pret in elfen- en kabouterland
(ca. 1943)–Anoniem Pret in elfen- en kabouterland– Auteursrecht onbekend
[pagina 3]
| |
[pagina 4]
| |
Nieuws-gie-rig keek Kra-Kra naar wat er ge-beu-ren ging. Trap-pel-graag leg-de in en wacht-te ge-dul-dig, tot-dat zich een visch-je zou la-ten ver-schal-ken. U-ren ver-stre-ken, maar er was geen le-ven te zien. ‘Ik schei er mee uit’, dacht Trap-pel-graag en haal-de zijn hen-gel op. Maar wat was dat? Er was toch niet aan het wormp-je ge-be-ten? Dan had hij dit moe-ten zien. En toch was het erg zwaar, héél zwaar zelfs. Tot zijn groo-te ver-ba-zing haal-de hij een ge-wel-di-ge schoen uit het wa-ter, mis-schien wel van een mensch. En daar-in.... zat heel ver-schrikt een visch-je. Zoo-doen-de had Trap-pel-graag toch geluk. |
|