poweetjes
Dertiende internationale biennale voor poezie
Wat hebben dichtkunst en wijsbegeerte met elkaar te maken? De wijsgeer steunt op de rede, de taal is voor hem een middel om een antwoord te geven op de wezenlijke vragen van het bestaan. Van de poëzie kun je het tegenovergestelde zeggen. Zijn er dan helemaal geen raakpunten? Vanwaar de belangstelling van de wijsgeer voor de dichterlijke ervaring? Is die niet te zoeken in het besef van de ontoereikendheid van de rede om het geheim van het bestaan te doorgronden? De taal van de dichter wijst er ook op dat het flitsende beeld, het ritme, de klank vergezichten openen op de ons omringende wereld en onvermoede mogelijkheden laten zien van de menselijke ziel en de dichterlijke waarneming, die het wijsgerige kennen vreemd zijn. De wijsgeer en de dichter staan beide voor de ondoorgrondelijke vragen van het bestaan. De relaties tussen de wijsbegeerte en de dichtkunst zijn bijna zo rijk en boeiend als die tussen de geest en de wereld zelf. Bovendien liggen ze anders in de Aziatische, de Europese of de Afrikaanse denksfeer. Ze verschillen van persoon tot persoon. Tenslotte volgt elke eeuw haar eigen schakeringen toe aan het relatieveld, waar de dichter en de wijsgeer werkzaam zijn.
De vrijheid waarmee de dichter zich beweegt in de wereld en in de taal, is zeer sterk verwant met de geestelijke en scheppende kracht van het kind. De poëzie is misschien wel, in bepaalde opzichten, de vrucht van de strijd die de dichter voert met de verstikkende rationaliteit, eigen aan het volwassen worden in de georganiseerde wereld van arbeid en geld, waarin de verbeelding aan banden gelegd wordt. De strijd om de vrijwaring van de persoonlijkheid tekent zich af tegen de achtergrond van het heimwee naar het kind.
De XIIIe Internationale Biënnale voor Poëzie heeft de betrekkingen tussen de poëzie, de filozofie en het kind tot algemeen thema van de bijeenkomst gekozen. Daarmee is, mede in het raam van het Jaar van het Kind, de mogelijkheid geschapen om de dichterlijke schepping te benaderen vanuit een dubbel gezichtspunt. Wellicht ligt in het betrekken van beide aspecten van de poëzie op elkaar, een verwijzing naar een levenshouding en een menselijk model, waarin de volwassene en het kind elkaar kunnen terugvinden.
Voorlopig programma van 30 aug. tot 3 sept. 1979. Donderdag 30-8: namiddag, aankomst der deelnemers, 20 u 30 Buffet. Vrijdag 31-8: 10u00 Openingszitting, Uiteenzetting en bespreking, 15u00 Voortzetting v.d. bespreking, 21u00 Gala avond, Huldiging, Intern. Festival van de poëtische Film voor Kinderen. Zaterdag 1-9: 10u00 Werkvergadering, 15u00 Werkvergadering, 21u00 Intern. Festival van de poëtische Film voor Kinderen. Zondag 2-9: 10u00 Werkvergadering en debat, 15u00 Vervolg van het debat, 21u00 Intern. Festival van de poëtische Film voor Kinderen. Maandag 3-9: 10u00 Slotzitting, toekenning van de Grote Internationale Poëzieprijs 1979, 13u00 Afscheidsmaal.
Voor deelname (500 F of fl 35) Inschrijvingen, reservaties etc: Secretariaat der Internationale Biënnales voor Poëzie, Grasmarkt 61, B-1000 Brussel.