Een lexicon als geen ander
Het is, oppervlakkig gesproken, prettig als je een non-fiction werk leest en er allerlei fouten en lacunes kunt in aanwijzen, als de lezer zich dus zoveel slimmer dan de auteur(s) kan tonen. Zoiets is misschien goed voor de ijdelheid van die lezer, maar het blijft een bedroevende vaststelling voor het werk in kwestie. Dit is helaas het geval voor het Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur, jubileumeditie 500 van Meulenhoff, mooi uitgegeven, schappelijke prijs, op grote schaal verspreid. Het boekje bestaat uit bio-bibliografietjes over bijna 500 in het Nederlands of het Fries schrijvende auteurs, van deze eeuw, met als ‘belangrijk criterium’, de ‘bekendheid (...) bij het huidige lezerspubliek’ (p.5). Laten we het even bij de poëzie houden: noem, voor de vuist weg, vijf bekende dichters, en vier vind je in dit boekje niet terug. Overdreven? ZOek maar eens, tot Vlamingen beperkt bv., een notitie betreffende J.L. De Belder, J. De Haes, P. De Vree, R. Jooris, P. Lasoen, C. Schouwenaars, W. Spillebeen, J. T'Hooft, N. Van Bruggen, E. Van Ruysbeek, E. Van Vliet, A. Van Wilderode of R. Verbeeck. En dan zwijg ik nog van de Gruwezs, de Van Londerseles, de Verpales of de Stassaerts. De opgenomen stukjes zijn dan nog vaak onvolledig en soms zelfs onjuist. Het is duidelijk: men is hier zeer slordig en bijzonder willekeurig tewerk gegaan, zowel wat dichters als andere auteurs betreft. Dat vooral de Zuidnederlandse literatuur er bekaaid van af komt, hoef ik er wellicht niet aan toe te voegen.
J. VAN GEELEN, F.P. HUYGENS, H.A. HUYGENS-WIJMA en B.W.E. VEURMAN, ‘Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur. Biografische en bibliografische gegevens van bijna 500 auteurs uit België, Friesland en Nederland, Meulenhoff, Amsterdam, 1978 (Jubileumeditie 500), 165p., fl 10, 160 F. (M.R.)