Poëziekrant. Jaargang 2(1978)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende In oktober. Hij drinkt de schemer met de wijn en proeft verleden. In zijn stroeve hand het ongebroken brood. En starogend, ploegend in de akkers van de tijd, trekt hij gordijnen en legenden om zich en om de smalle verte heen. Zijn schreeuw is ijl: een spreeuw die in de avond naar de aarde aarzelt. Windstille holte. Boterstolp waaronder kaf en koren. Bussels hout voor schoorsteenmantel wijn en schimmenspel. Aan wuivend grasland hooi herinnering, zo troost hem zijn gesperde zintuig in oktober. Het regent. Paarden stampen in de stallen tegen houten schotten. Luizen huizen in windstille holten roest en ranzig erf. Meer en meer houdt hij van water, water dat in zich geen toekomst bergt maar water is. En rust. Spiegel is. Spiegel van het leven aan gene zijde van dit leven. Hoog bermgras en halmen, zijn hoofd geprangd in dichtgroeiende oevers, het paard roestbruin ginds aan de overkant: wereld die zich dichtplooit op stilte en gestolde rust. Zodat geen rimpeling FRANS DESCHOEMAEKER (Poëzieprijs Georges Leroy) Vorige Volgende