bericht uit het Noorden
door remco ekkers
In Veendam vond op 28 januari in de foyer van de Schouwburg het tweede poëzie-festival plaats. Vorig jaar was het volgens zeggen een groot succes geweest met 150 bezoekers. Of het nu kwam door een gebrek aan aankondigingen of door andere Veendamse activiteiten weet ik niet, maar dit jaar waren er maar 50 luisteraars. Het programma werd geopend door een afvaardiging van de Literiare Kring Leek. Achtereenvolgens kwamen in het wat roze licht te staan: Lammert Bonninga, C.O. Jellema, Leendert Witvliet, Jos Steegstra en Remco Ekkers. Het publiek leek wat onder de indruk. Daarna nam de plaatselijke gastvrouw, Wil Voordenhout, die erg nerveus sprak, het woord. Een bonte rij van zo genoemde zondagsdichters trok langs, van 8 tot 83 jaar. Veel dichters gebruikten hun moedertaal, het Gronings, zodat die in dit verband niet genoemd hoeven te worden. Ik maak een uitzondering voor Harm van der Veen, die zeer verfrissend werk voordroeg. Helaas was er ook een dame die het publiek gedurende een half uur vermoeide met een Cebuto-reisverslag op rijm. Er ontstond weliswaar een soort camp-situatie, waarbij alle verwachte rijmwoorden en cliché's inderdaad kwamen, maar dat is vijf minuten leuk. Ik wil de jonge dichter Wilt Pathuis nog noemen. Hij droeg voor uit een bundel die ook te koop werd aangeboden: ‘wetende dat’, tulip productions, postbus 3, Borger (Dr.). Ook hierin een reisverslag, van een bustocht, maar wat een verschil! Elke halte roept een nieuw kort gedicht op, d.w.z. de haltes die worden aangedaan of opgemerkt. Een aardig stencil-debuut. Ook uitgeverij Holmsterland bood zijn bundels te koop aan o.m. de bundel ‘Poëzie in Veendam’. Jammer dat er zo weinig publiek was.