[nummer 5]
In den beginne
Iris van Erve
Wie gelooft in het goede van de mens, het mooie in het leven en de schoonheid van de liefde en dat zo wil houden raad ik aan nu een prullenbak te pakken om vervolgens deze Passionate daar ongelezen in te laten verdwijnen. Overigens raad ik ook de overige lezers aan een prullenbak te pakken. Niet om zakdoekjes week van tranen van ontroering in te gooien, maar om luidruchtig in te kotsen. Misschien dat naast de prullenbak een lief huisdier geplaatst kan worden, iets van een goudvis om kapot te knijpen, een klein poesje om te villen of een hond om de tong uit te rukken. Dat is namelijk waar je zin in gaat krijgen. Dat is wat deze literatuur oproept. Deze § laat je de wereld achter de doorkijkspiegel zien. Zoals Opperpadvinder Baden Powell al zei, voordat hij tegen de Zuid-Afrikaanse Boeren ten strijde trok: Be prepared.
Voor K. Sello Duiker bijvoorbeeld - een jonge Zuid-Afrikaan die zich bezighoudt met de urban culture aldaar. Veelbelovend! Zijn romanfragment laat er geen gras over groeien. Die urban culture in Zuid-Afrika is geen kattenpis. Bereid je dus voor op een disturbed stomach of toch minstens een kloppend geslachtsdeel bij Duikers met Zuid-Afrikaanse woorden bevlekte beschrijving van een verkrachting. En verkrachtingen horen daar tot het culturele erfgoed. In geen land ter wereld wordt er zoveel verkracht als in deze succesvolste staat van het Zwarte Continent. Een interessante schrijver, die Duiker en voor de gelegenheid ook in Nederland in september - niet te missen dus op GDMW, het jaarlijks terugkerende festival van Passionate.
Toch beperken dood en ellende zich niet tot Zuid-Afrika. Dat bewijst Menno Wigman die sensatie-belust schrijft bij beeld. Mooie woorden bij mooie beelden: lijken. Uiteraard niet van in de slaap ontzielde lichamen, dat zou het maagzuur maar in bedwang houden. Nee, het gaat hier om niets verhullende Rotterdamse politiefoto's en tot de onderbuik sprekende gedichten. En daarmee is nog lang niet alles gezegd over moord, doodslag en verkrachting. Denoo biedt ons namelijk schimmig schaduwrijk proza, waarin, jawel, het bloed zich vermengt met rode wijn. En Kaganof en Van der Kwast wijzen erop dat het leven hard is, de wereld slecht en dat vrouwen dat niet begrijpen. Maar goed, mocht het je te veel worden, wijd je dan even aan Gertjan de Jong, erg jong, die schrijft dat je altijd nog dood kunt.
De schaamteloosheid die uit deze Passionate spreekt, bewijst het eens te meer: het woord gêne stelt tegenwoordig zo weinig voor dat het binnenkort uit de Van Dale zal verdwijnen. Bij deze maak ik daarom ongegeneerd reclame voor Passionates jaarlijkse festival GDMW, ook dit jaar weer de laatste donderdag, vrijdag en zaterdag van september in de Rotterdamse Schouwburg. Lees de aankondiging op de pagina hiernaast en volg de GDMW-stempels bij de bijdragen om je alvast een beeld te vormen van wat je die dagen te wachten staat. Passionatelezers krijgen trouwens vet korting. Dat is dan alvast één opsteker, tussen alle onderdrukking en geweld in dit nummer. Want ook al zegt deze Passionate in zoveel woorden dat de mens voor de mens een wolf is, gelukkig is er ook een woord van troost. Van onze volksschrijver Gerard R., in een voorpublicatie van de gebundelde brieven aan Bram P. Een hostie na het kotsen. De leegheid van het bestaan kan ook op andere manieren effectief worden ingevuld dan alleen met bloed, dood en vuil.