Passionate. Jaargang 10
(2003)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 48]
| |
[pagina 49]
| |
Het was zaterdagavond, en ik zou gaan stappen met Chantal, een ex-vriendin van me. Na een ontmoeting in de kroeg hadden we een heftige, maar kortstondige relatie gehad, die eindigde toen we er achter kwamen dat stappen onze enige gemene deler was. Als goede vrienden waren we uit elkaar gegaan, met handhaving van de gemene deler. De afspraak was dat ze me op zou komen halen en omdat ze nog in het bezit was van mijn sleutel, stond ze in mijn kamer voordat ik er erg in had. Tot mijn verrassing had ze iemand meegenomen. ‘Dit is Doris,’ zei Chantal. Doris was lang - langer dan mijn één meter vijfentachtig - en broodmager. Ze droeg grijze jeans, een wit mannenshirt dat over haar gebogen schouders bolde en afgetrapte gympen. Ze had een gespannen, harpijachtige houding, loerend alsof ze de omgeving vanuit haar ooghoeken opnam, haar nek vooruit, het korte zwarte haar in wasborstelpieken. Haar armen hingen slap langs haar heupen, handen tot vuisten gebald. Chantal, anderhalve kop kleiner en in vergelijking een en al bevalligheid, glimlachte zenuwachtig. ‘Ik heb Doris gevraagd vanavond mee te gaan, Niels. Dat vind je toch wel goed, hè?’ De ooghoeken schoten langs me heen. ‘Prima. Geen probleem. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd.’ Ik keek Doris aan, maar kreeg geen vat op haar blik. Waar had Chantal dat mens opgedoken? Nou ja, dat zou ze me straks wel vertellen. ‘Ik trek even wat anders aan.’ Uit de klerenkast achter me pakte ik een schoon T-shirt, legde het op mijn bed en trok het shirt uit dat ik aanhad. ‘Je vervelt.’ Het was een verrassend donkere, hese stem. Ze stapte op me af en stak een smalle hand uit. Een week tevoren was ik op het strand zo erg verbrand dat mijn huid begon los te laten. Ze legde de koude hand plat op mijn borst. Vissticks, dacht ik. Hard, ruw en vochtig. ‘Mag ik?’ Het was geen vraag. Ze kromde haar wijsvinger, zodat de spitse, ongeverfde nagel in mijn huid schraapte. Mijn opperhuid gaf mee, rolde zich onder haar nagel. Tussen duim en wijsvinger pakte ze het velletje beet en met een trage beweging, dwars over mijn borst, trok ze er een reep af die ze in haar mond stak. Het kietelde. ‘Stil blijven staan.’ In de verte hoorde ik Chantal giechelen. Doris ging verder met het methodisch verwijderen van opperhuid. Vanaf het kuiltje in mijn keel werkte ze naar beneden. Zodra ze er een handjevol van had verzameld at ze het op, traag kauwend. Als ze slikte, bewoog haar spitse adamsappel op en neer. Haar malende kaken maakten me een beetje onpasselijk, maar het strijken van haar nagels over mijn toch al kwetsbare huid was zo'n prettig gevoel dat ik haar d'r gang liet gaan. Waar ze mijn nieuwe huid had blootgelegd voelde ik het briesje, dat uit een openstaand raam de kamer binnenwaaide. Mijn lichaam had niet alleen huid vernieuwd maar ook zenuwtoppen. Na een minuut of vijf pellen was ze afgedaald tot aan de rand van mijn broek, waar haar nagel ongedurig onder tastte, als de tong van een specht in een boomholte. Dat ging me te ver. Ik wilde haar stoppen, maar ze was me voor, staakte haar poging en beval: ‘Draai je om.’ Ik draaide me om. Mijn rug vervelde zo mogelijk nog meer. Nu zag ik haar niet kauwen en kon ik me volledig concentreren op haar nagels en de prikkeling van de huid, die met enige tegenzin losliet. Het gevoel deed me denken aan een spelletje dat ik vroeger met mijn broertje speelde. We gingen als kind samen in bad en | |
[pagina 50]
| |
schreven dan woorden op elkaars rug, die je moest raden. Als het spel lang genoeg duurde, kreeg je het idee dat je alleen nog maar rug was. Onze puberteit had een einde gemaakt aan het gezamenlijk badderen en aan het spel. Nu realiseerde ik me dat ik het had gemist. Die aanraking, die gerichtheid op voelen. Ook deze keer was de broekrand de wal die haar keerde. ‘Trek je broek uit.’ ‘Dat heeft geen zin. Ik ben niet naar het naaktstrand geweest, daar ben ik niet verbrand.’ ‘Je benen.’ Ze bestudeerde mijn lichaam, speurend naar een stukje vel dat ze had overgeslagen, haar hand een paar centimeter boven mijn huid, zoekend, de vingers gespreid. Was het de herinnering aan het spel met mijn broertje? Ik deed mijn broek uit. Chantal zei iets uit de verte, maar ik verstond het niet, Doris onderbrak haar: ‘Ga op bed liggen. Op je buik.’ Met m'n hoofd in het kussen voelde ik hoe ze op het bed kroop en schrijlings over mijn benen ging zitten. Ze begon vlak boven mijn hielen, zocht een begin, zachtjes krassend op de rand tussen eelt en verbrande huid. Toen ze eindelijk een begin had gevonden, wilde ik juichen maar dempte mijn kreet in het kussen. Op mijn kuiten vorderde ze traag, soms secondenlang peuterend op dezelfde plek eerdat ze resultaat had. De zijkanten van mijn kuiten waren nauwelijks verbrand en daar liep een vage scheidslijn die ze af en toe overschreed. Het deed pijn, de gezonde huid die ze meetrok, maar niet genoeg pijn om haar te laten stoppen. Alsof ze wist wat ik voelde, wist hoever ze kon gaan. En net aan de goede kant bleef. De knieholten moest ze overslaan. Het kietelde te veel, ik kon niet stil blijven liggen. Ze moest zich bukken om bij mijn dijen te komen. Haar warme adem streek over de haartjes op mijn benen en versterkte de sensatie van nabijheid, van intimiteit. Geen seksuele - ik had haar gezien - maar een egocentrische intimiteit, een in mezelf gekeerde concentratie op mijn tastzin. Haar adem, haar nagels, haar gewicht dat zich verplaatste op het bed. Ik werd aangeraakt en ik wilde het voelen. Ik had een short gedragen op het strand, het bovenste kwart van mijn dijen was bedekt geweest. Met haar handen wreef ze een paar keer stevig over mijn benen om de laatste schilfers te verwijderen. Ze likte haar vingers nat en pikte zo de resterende schilfertjes op, waarbij ze koele vochtrondjes achterliet. Toen was ze klaar. ‘Op je rug.’ Terwijl ik me omdraaide zag ik Chantal op de bank zitten, aan de andere kant van mijn kamer. Het ging zo snel dat ik er niet zeker van was of ze werkelijk nee schudde. Maar ze zag er gespannen uit en een moment was ik ongerust, vroeg me af waar ik mee bezig was, wat er met me gebeurde, wat Doris met me deed. Doris zat aan mijn voeten, haar klauwen - Klauwen? Dacht ik klauwen? Ik weet het niet meer - om mijn enkels geslagen. Ze had haar hoofd gebogen, ik zag alleen een zwarte kruin met piekerig haar, het witte overhemd en de knokige polsen die uit de omgeslagen manchetten staken. Ik sloot mijn ogen toen ze haar werk voortzette. Evenals de holtes, bleven nu mijn knieën buiten beschouwing. Te hard en te vereelt. Ze begon aan mijn bovenbenen en ik waagde een blik. Steunend op één arm had ze zich over mijn onderlichaam uitgestrekt. Haar hoofd, vlak boven | |
[pagina 51]
| |
mijn lichaam, gaf haar bolle rug bloot. Haar adem volgde haar hand, haar gezicht richtte zich naar het zoeken, het tasten, het vinden. Haar geur, een ranzigzoete geur, en een stilte, een zwijgende samenwerking. En iedere keer die hand die naar haar mond ging, achter de kortgeknipte haren verdween, mij naar haar toe bracht. Ik legde mijn hoofd weer in het kussen, sloot mijn ogen, haar aanblik leidde me af. Centimeter voor centimeter, reep voor reep, werkte ze mijn dijen af. Niet een voor een, maar synchroon, hoger en hoger. Ik had een slip aan, dat vond ik comfortabeler dan boxershorts, en ze benutte de ruimte die ze kreeg, overschreed de grens van het strand. Deed het pijn? Ik geloof het wel, maar het was een andere pijn, de pijn die je voelt als je een puistje uitdrukt, een bevredigende pijn, een verlossende pijn. Huid die niet losliet omdat hij dood was, maar huid die losliet omdat hij werd losgetrokken. De verschuiving was gradueel, bijna onmerkbaar. Een reep dode huid die werd losgetrokken maar doorliep in het gedeelte dat niet verbrand was. Waar ligt het verschil? Wat is het onderscheid tussen vervellen en stropen? Pijn? Er was geen onderscheid. Er was het kussen, het bed, haar handen, haar adem, haar geur, de aanraking.
Chantal greep laat in. Ik schrok van de plotselinge drukverschuiving toen ze op het bed sprong en Doris er vanaf gooide. Op dat moment merkte ik ook de warme sensatie van het bloed op, dat langs mijn kruis het dekbed in droop. Er werd geschreeuwd, gekrijst en geslagen. Ik kreeg het niet mee, probeerde het bloed, zoveel bloed, dik, plakkerig warm bloed, van mijn benen te vegen, totdat Chantal het T-shirt dat ik aan had willen trekken op mijn wonden drukte. Ze sprak tegen me, maar ik kreeg alleen de hoge toon mee, mijn blik gevestigd op Doris bij de deur. Haar zwarte haren, haar witte overhemd, haar rode nagels en bebloede kin. |
|