scepticisme, te lang heeft zitten wrikken aan hemel en hel, met als gevolg dat hij geen zekerheden meer heeft. Tsss! Wallah dat gaat voor mij niet op. Raï is mijn zekerheid en meer zekerheid heb ik niet nodig, je weet toch.
Toen mensen nog aan mij vroegen wat mijn mening was ten aanzien van dit of dat, zei ik: ‘All we need is Raï, weet je.’ Ik zei dat omdat ik alles wat ik te melden had in mijn muziek tot uiting bracht. Raï moet relevant zijn. Die mening is mij nog steeds toegedaan, weet je, zo principieel ben ik. Die gastjes van tegenwoordig weten niets van principes af en razen maar wat. Ze doen gewichtig en zo, maar eigenlijk hebben ze niets te melden. Wallah het zijn allemaal schreeuwlelijkerds! Vooral Cheb Lala Baraka, de vleesgeworden smakeloosheid als je het mij vraagt, slaat de plank volledig mis. Ze afficheren zich als maatschappijkritisch, maar alleen omdat ze zien dat het vooral commercieel erg handig is. Oprecht zijn ze bij lange na niet. Noem mij ouderwets, maar wat heeft het bijvoorbeeld voor zin om in je blote reet op te treden? Wat heeft het voor zin om op de foto van een ayatollah of grootmoefti te schijten? De stem is het enige wapen van de zanger, niet zijn aars. Dat is louter vorm zonder noodzaak, weet je. Wallah van binnen zijn ze even hol als de generatie waartegen wij hebben geageerd. Met hun opgeblazen ego's ter grootte van een heteluchtballon. Tazz! Een ballon mag hoog klimmen, weet je, tot in de stratosfeer van mijn part, maar één verdwaalde vogel met een scherpe snavel prikt de zaak zo door. En dan val je diep, hoor, dat kan ik je verzekeren. Dan val je heel diep. Het wachten is op zo'n vogel met een scherpe snavel. Want in de handen van die huichelachtige ezels van nu is het alleen maar izzan wat de klok slaat. Tfoe!
Na een optreden in de Amsterdamse Raï kwam eens een journalist naar me toe. Hij wilde weten waarom ik in mijn teksten geen enkel onderwerp schuwde, of het nou politiek, seks, drugs of religie was. Ik balkte: “Tazz, wallah I will raï you, motherfucker.” Ja, ik was een heethoofd, maar een oprechte heethoofd. De journalist begreep het niet, voelde zich zelfs geïntimideerd. Ik legde hem toen uit dat Raï niet alleen maar feelgood-muziek maar vooral geëngageerde muziek is. Waarna ik overging tot een uiteenzetting van de ontstaansgeschiedenis.
Ja, ik was een groot Raï-artiest. Wie kende mij niet? Ik zweer dat iedereen mij kende. Ik was de man, weet je. Ik kon iedereen krijgen die ik wilde. Niet dat ik mezelf stroop om de mond wil smeren, maar met mijn Raï raakte ik wel de harten en zielen van miljoenen mensen over de hele wereld, ik zweer het je. Wallah ik lieg niet, je weet toch. Op straat werd ik herkend en nagewezen, gingen mensen spontaan voor mij uit de weg. “Ho, daar heb je Ridwan Boedroessie!” zeiden ze. Izzan! Natuurlijk, ze voelden zich te gering. Maar het liet me Siberisch, weet je.
Heel vroeger dacht ik dat ik bang was voor mijn fans en had ik me geen houding weten te geven. Maar ik ben niet dom, weet je, wallah ik ben slim. Ik kwam er achter dat ik helemaal niet voor hen bang was maar voor mijn eigen roem. Die angst projecteerde ik op hen, zie je. Ik wist niet hoe ermee om te gaan. Ach, hoe lang is dat alweer geleden? Het lijkt wel eeuwen. Ik kwam toen nog maar net kijken, weet je. Ukkepuk in da bizniz, je weet toch. Ha! Man, als ik erop terugkijk, kan ik er alleen maar om lachen. Ha! Haha! Maar ik moet toegeven, een beetje weemoedig stemt het me allemaal wel.
Uiteindelijk verzoende ik me met mijn succes. Ik had een talent, weet je (nog steeds trouwens), een talent dat ik wist aan te wenden. Ik kon zingen als geen ander. Wallah ik zweer je bij de zestig hisbs van de Koran dat ik de sterren van de hemel zong, zo waar je bij stond. Moest ik me dan daarvoor schuldig voelen?