Ieder voor zich
Het is bijna onvermijdelijk dat Vanuit de lucht vergeleken zal worden met Ruben van Goghs Sprong naar de sterren (1999), de enige andere bloemlezing met jonge dichters die de laatste jaren is verschenen. Van Gogh bundelde de laatste generatie dichters van de twintigste eeuw en waagde zich aan een inhoudelijke definiëring van hun werk. Van Gogh sprak van ‘gebeurende’, snelle poëzie die beïnvloed is door de film- en clipcultuur.
In zijn inleiding stelt Dee uitdrukkelijk dat Vanuit de lucht, in tegenstelling tot Sprong naar de sterren, niet programmatisch van aard is. Doelstelling is slechts ‘de stand van zaken op poëtisch gebied weer te geven’. Dee: ‘Ik geloof niet dat er belangwekkende stromingen of programma's zijn in de huidige poëzie, maar er zijn wel degelijk groepjes dichters. Het is me opgevallen dat er in bepaalde gebieden, en niet alleen in grote steden als Amsterdam en Groningen, concentraties van dichters zijn. Blijkbaar zoekt men elkaar op en werkt het stimulerend om vakgenoten om je heen te hebben. Soms treden dichters uit een bepaalde regio ook samen op.’
‘Maar dat betekent nog niet dat er inhoudelijke overeenkomsten zijn. Alles kan tegenwoordig in de poëzie, en daardoor is het meer ieder voor zich. Allerlei subculturen lopen door elkaar heen. Er is niet meer één overheersend iets waartegen je je af kunt zetten, zoals indertijd de Vijftigers deden tegen het bedompte Nederland van na de oorlog. Natuurlijk worden er wel inhoudelijke discussies gevoerd, zoals onlangs nog gebeurde over de vermeende tegenstelling tussen podiumdichters en dichters op papier. Maar vaak komen die discussies voort uit egotripperij. Ze leiden ook meestal nergens toe.’
‘Ruben van Gogh heeft toch geprobeerd een gemeenschappelijk kenmerk te vinden bij een aantal nieuwe dichters, maar het is niet goed gelukt. Het was te geforceerd. Verschillende dichters in zijn bloemlezing hebben later ook afstand genomen van het programma waaronder ze geschaard waren. Ze wisten aanvankelijk niet eens dat Van Gogh dat doen zou. Ik denk dat zo'n programma gewoon niet erg in deze tijd past. Toch zie ik Vanuit de lucht wel als een opvolger van Sprong naar de sterren, de titel die ik heb gekozen verwijst er ook naar. Ruben van Gogh heeft een traditie, het bloemlezen van jonge dichters, weer opgepakt. Met Vanuit de lucht probeer ik die ontwikkeling voort te zetten.’