Woorden maakt, door rap, cartoons, theater en dans met de voordracht van proza en poëzie te combineren, de vertaalslag naar jongeren. Allereerst biedt het festival een breed scala aan verschillende podiumacts waaruit jongeren zelf kunnen kiezen en daarnaast wordt er gebruik gemaakt van aspecten uit de dagelijkse leefcultuur van jongeren. Het integreren van literatuur, cartoons en rap levert een nieuwe interpretatie op van het fenomeen letteren en maakt dat jongeren hun kijk op cultuur en de wereld erin herkennen.
Wie de vraag stelt of je het nog wel over letteren hebt, als ook rap, film, kleinkunst, theater, cartoons, nieuwe media en muziek deel uitmaken van het geheel, ziet zichzelf verzeild raken in een zinloze discussie. Een discussie die gaat over waar de letteren beginnen en ophouden, over wat wel en niet binnen de grenzen van de letteren valt, en soortgelijk gezeik. Van belang is dat een culturele traditie zich ontwikkelt, vernieuwt, herinterpreteert om een afspiegeling te blijven van de samenleving. In onze samenleving, waar individualiteit centraal staat en de informatievoorziening eindeloos is, daar is grenzeloosheid de norm. The world is online niet meer afgebakend en ook als je van TV 5 naar de BBC zapt hoef je niet door de douane.
Afbakenen is hetzelfde als buitensluiten, het buitensluiten van kennis, kwaliteit en nieuwe ervaringen. Culturele instellingen die krampachtig hun voortbestaan willen garanderen door hun grenzen af te bakenen, bevriezen hun eigen ontwikkeling en komen uiteindelijk zo dik onder het stof te zitten dat niemand ze meer ziet staan. Op een trouwe kudde van stoïcijnse cultuurfundamentalisten na, misschien. Cultureel ondernemerschap, om in de termen van onze staatssecretaris van kunst en cultuur, Rick van der Ploeg, te spreken, is opereren in de culturele wereld van de onbegrensde mogelijkheden.