Passionate. Jaargang 7
(2000)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |
Interview met Dennis CooperEen half jaar geleden las ik de verhalenbundel Wrong van de Amerikaanse schrijver Dennis Cooper. Het boek maakte diepe indruk, en vooral ‘Container’ (zie p. 6-7) liet me niet meer los - een verhaal dat binnen het bestek van enkele pagina's een schok teweegbrengt, en tegelijkertijd ontroert. Vervolgens las ik Coopers romans. Die bevestigden wat ik al uit ‘Container’ had opgemaakt: dit werk bezit de onontkoombaarheid die de beste literatuur kenmerkt. Dennis Cooper gaat verder waar Bret Easton Ellis ophoudt, schreef een criticus eens. Seksueel geweld, moreel verval, en de aantrekkingskracht van de dood zijn terugkerende thema's. Cooper schrijft hierover met een onderzoekende precisie, waar eerder compassie uit spreekt dan veroordeling of de zucht naar sensatie. Cooper ('53) schreef een vijftal romans die samen een cyclus vormen. Het afsluitende deel Period verscheen dit voorjaar. Verder publiceerde Cooper enkele dichtbundels, een verzameling journalistieke stukken, en genoemde verhalenbundel. Cooper schreef zijn debuutroman Closer ('89) tijdens een tweejarig verblijf in Amsterdam, midden jaren tachtig. In '92 verscheen bij Prometheus een Nederlandse vertaling hiervan: Dichterbij. Ook opvolger Frisk ('91) werd vertaald: Op de tast ('92). Momenteel woont Cooper in Los Angeles. Per e-mail had ik een gesprek met hem. ‘Container’ bevat in een notendop een aantal van Coopers belangrijkste thema's en preoccupaties. Het is gebaseerd op zijn ervaringen in Amsterdam, zowel als bezoeker als - later - inwoner van de stad. Het verhaal gaat over een Amerikaan die tijdens een vakantie de seks- en pornowereld in Amsterdam ontdekt. Cooper: ‘Ik heb ‘Container’ in 1990 afgemaakt, maar ik was er aan begonnen begin jaren tachtig, voordat ik in Amsterdam woonde. Het kwam aanvankelijk niet goed uit de verf, dus ik legde het opzij en begon er jaren later weer aan. Ik denk dat het vooral beïnvloed is door mijn eerste bezoek aan Holland in de jaren 70. Voor mij bestond Holland toen gewoon uit Amsterdam, en dat stond gelijk aan seks en drugs, het bekende romantische beeld dat Amerikanen hebben van Amsterdam. ‘Toen ik “Container” afmaakte had ik een heel andere kijk gekregen op Amsterdam en pornografie en zo, ik keek er niet meer zo van op. Ik denk dat ik er afstand van kon nemen, juist doordat ik in Amsterdam had gewoond, en dat ik zo de juiste toon voor het verhaal kon vinden.’ | |
Een beeld in het hoofdDe ik-figuur van ‘Container’, een schrijver, lijkt niet goed overweg te kunnen met zijn fascinatie voor seksueel geweld. Hij spreekt ook zijn twijfels uit of hij er wel over moet schrijven. Het zegt veel over Coopers eigen standpunt als schrijver. ‘Mijn romans en korte verhalen over seksueel geweld zijn vol verwarring. Ze gaan deels over de ontoereikendheid van de taal, van de Amerikaanse taal tenminste, om de complexe emoties en ideeën te vangen die eraan ten grondslag liggen, en de beelden die eruit voortkomen. Ik denk dat mijn werk als het ware in conflict is met zichzelf, en dat het daar zijn karakter aan ontleent. ‘Taal schiet tekort, maar toch geloof ik dat het het juiste medium is om het over zulke extreme dingen te hebben. Het brengt een samenwerking met het publiek tot stand zoals geen ander medium dat kan, behalve muziek misschien. Je kunt zodanig schrijven dat er een beeld ontstaat in het hoofd van de lezer dat helemaal van hem of haar is, aangepast aan de persoonlijke angsten en fantasieën. Zo ontstaat er een soort buffer, en is de context niet zo bedreigend voor de lezer. Mijn roman Frisk gaat daarover, omdat het iets presenteert alsof het de werkelijkheid is, en dan onthult dat het fictie is. Daardoor moet de lezer bij zichzelf te rade gaan over de beelden die hij gevormd heeft tijdens het lezen van het boek.’ In '94 is Frisk verfilmd, onder regie van Todd Verow, maar daarin is de speciale dubbele laag van de roman geheel verloren gegaan. ‘De film Frisk is rampzalig slecht, simplistisch, helemaal verkeerd van toon. Ik weet niet of een juiste verfilming van Frisk mogelijk is, maar die zou in ieder geval heel wat poëtischer en minder eenduidig moeten zijn dan die slappe film.’ | |
Het zoeken naar intimiteitDiverse karakters in Coopers boeken hebben fantasieën over seks die uitmondt in de dood. Ze denken dat dit de ultieme vorm van intimiteit is. Met name bij de hoofdpersoon in Frisk is niet altijd duidelijk of dit bij fantasieën blijft, of dat hij ze uitvoert. Cooper: ‘Sommige van mijn personages vinden dat het aangaan van een intense verbintenis met iemand het allerhoogste doel is in het leven. Ze realiseren zich dat seksuele aantrekkingskracht het krachtigste gevoel is dat hun lichaam kan voortbrengen. Daardoor gaan ze op zoek naar een bepaald type jongen, maar ze komen tot de conclusie dat ze alleen een verbintenis kunnen aangaan als ze zo'n jongen in hun bezit hebben. En de enige manier om die jongen te bezitten is diens lichaam zo compleet mogelijk te verkennen, en hem vervolgens te doden. Het is een krankzinnige gedachtengang, maar het heeft ook een verschrikkelijk verleidelijke logica. ‘Je zou kunnen zeggen dat ik door het schrijven van fictie hetzelfde pad volg als mijn personages. Ik geef evenveel gewicht aan de motieven van de daders als van degenen die nagejaagd worden, en uiteindelijk houden ze elkaar in evenwicht. Dat is waar het mij om gaat: deze zaken zijn niet goed of | |
[pagina 50]
| |
Dennis Cooper fotografie: Michael Matson
| |
[pagina 51]
| |
fout, maar er is een systeem waardoor ze bedwongen kunnen worden, een soort logica, en dat moet in de menselijke geest gebeuren.’ | |
Moreel besefCoopers onderwerpen mogen controversieel zijn, in de manier waarop hij erover schrijft is hij evenmin terughoudend, vooral in zijn eerste romans. Zo bevat Frisk gedetailleerde beschrijvingen van verkrachtingen, moord, het opensnijden van lichamen - met kinderen als slachtoffer. Het heeft heel wat verontwaardiging gewekt. ‘Ik ben niet geïnteresseerd in shockeren. Wat ik wil is shockerende dingen zodanig brengen dat ze hun krachtige lading behouden en tegelijkertijd transparant zijn, zodat je ernaar kunt kijken en er op hetzelfde moment over kunt nadenken. ‘Ik denk dat mijn werk een verschillende uitwerking heeft op verschillende mensen. Sommigen zijn geschokt omdat ze niet willen nadenken over de dingen die hen shockeren. Anderen zijn helemaal niet geschokt, zij zien mijn werk als een onderzoek naar de onderwerpen waarover ik schrijf. ‘Ik ben iemand met een sterk moreel besef. Daarom weet ik dat mijn werk nooit amoreel of immoreel kan zijn; het is moreel op een heel complexe manier, net zoals ikzelf ben. Zolang ik maar eerlijk ben over mijn persoonlijke betrokkenheid bij mijn werk, en dat probeer ik altijd te zijn. Ik denk dat mijn werk ervan uitgaat dat mensen in wezen morele wezens zijn, en ik vertrouw er ook op dat het als zodanig begrepen wordt.’ | |
Literatuur en andere kunstvormenPopmuziek en jeugdcultuur spelen een belangrijke rol in Coopers werk. Zo draait zijn derde roman Try rond een fanatieke fan van de jaren tachtig cultband Hüsker Dü. Fragmenten uit songteksten duiken regelmatig op in zijn romans. ‘Muziek is altijd belangrijk voor mij geweest. Ik begon te schrijven toen ik een jongen was, maar ik heb op de middelbare school en later ook in diverse bands gespeeld. Niet al te beste bands, overigens. Verder is het bezoeken van bands, luisteren naar muziek, schrijven over muziek altijd belangrijk in mijn leven geweest. Als ik over een band schrijf in een van mijn romans, is dat bijna altijd omdat ik hun werk bestudeerd heb en probeerde uit te vinden hoe ik de uitwerking van hun muziek kan vertalen in fictie.’ Coopers overige invloeden zijn heel divers. ‘Mijn belangrijkste voorbeelden zijn Rimbaud, De Sade, en de filmregisseur Robert Bresson. Vreemd genoeg zijn mijn meeste invloeden Frans, zoals de Nouveau Roman en de films van Alain Resnais. Ook Andy Warhol. Maar het hangt erg van het moment af. Mijn laatste roman Period is beïnvloed door de documentaires van Errol Morris, videospelletjes, en de Hongaarse schrijfster Agota Kristof.’ Nu zijn romancyclus is afgerond, werkt Cooper aan verschillende projecten. ‘Ik ben bezig aan een roman over het fenomeen van schietpartijen op scholen: scholieren die met een geweer een schoolgebouw binnenlopen en gewoon hun medestudenten doodschieten. Het is een experiment, een roman te schrijven die niet echt binnen mijn werk past, maar wel aansluit op mijn interesses. Verder ben ik bezig met het script voor een soort artistieke pornofilm, Warm, voor regisseur Carter Smith die volgend jaar moet uitkomen. Ik werk ook samen met beeldend kunstenaars voor diverse projecten. ‘Ik denk dat het goed is voor een schrijver om andere kunstvormen te verkennen. Mischien is het wel de enige manier waarop literatuur zich nog verder kan ontwikkelen. De Amerikaanse literatuur staat al een tijdje op een dood spoor. De interessantste jonge Engelstalige schrijvers - David Foster Wallace, Dave Eggars, Alan Warner, Mark Danielewski - zijn duidelijk door ander media beïnvloed.’. | |
CategorieënCoopers werk is door de literaire kritiek in verschillende categorieën ingedeeld, zoals de ‘Blank Generation’, samen met Jay McInerny, Tama Janowitz en Bret Easton Ellis. Maar die beweging, als die er ooit was, is allang weer uiteen gevallen. ‘Ik geloof niet dat ik tot enige beweging behoor. Je zou kunnen zeggen dat ik een soort cultfiguur ben. Mijn lezerspubliek in Amerika is vreemd genoeg in tweeën verdeeld: jonge mensen die verder niet veel fictie lezen, en intellectuelen en afvallige academici. Mijn werk wordt veel beter begrepen, en is ook populairder, in bijvoorbeeld Engeland, Italië, Spanje, en landen die je niet zou verwachten zoals Denemarken en Japan. ‘Het literaire establishment in Amerika respecteert me, maar ze weten niet goed wat ze met me aan moeten. Ik kan het aantal artikelen en recensies niet meer tellen waarin ze naar mij verwijzen als “de gevaarlijkste schrijver in Amerika”, of “de nieuwe William Burroughs”. Het is een manier om niet echt op mijn werk in te gaan, hoewel het vaak als compliment bedoeld is. Het zegt wel iets over de Amerikaanse cultuur dat mijn werk als gevaarlijk wordt beschouwd. Als ik een of andere radicale, nihilistische filosofie zou uitdragen, viel het nog te begrijpen. De Amerikaanse literatuur heeft geen echte onruststokers meer, en dat is vreemd omdat we een rijke traditie hebben op dat punt. De kunsten zijn een vorm van entertainment geworden. Zelfs als iemand iets origineels probeert te doen, wordt het in een categorie geplaatst. In mijn geval spreken ze dus van “de laatste rebel van de Amerikaanse literatuur”. Maar daar gaat het in mijn werk helemaal niet om.’
Erik Brus |
|