Passionate. Jaargang 3

[p. 30/o]

Aforismen

■ Ik ben tegen de doodstraf, maar voor een proef.

■ Ik ben principieel tegen consequenties.

■ Een rotleven is alleen te verdragen met een rothumeur.

■ Artsen zonder grenzen zijn gewoon psychopaten.

■ In sommige sectoren herken je witte-boordencriminelen juist aan hun mantelpakjes.

■ Mensen die snel helen, gaan later het langzaamst kapot.

■ Cynisme is soms gewoon de stoerste vorm van ontroering.

■ Kerst is kitsch, en de kunst is dat te ontkennen.

■ Apathische mensen zitten de hele dag op hun doel.

■ Een gebed zonder eind is gewoon een bijbel.

■ Voetballers die zeggen dat er buiten het voetbal nog veel meer is, hebben het over straat- en tafelvoetbal.

■ Natuurlijk is het erg dat God dood is, maar stel je voor dat je hetzelfde van de duivel moest zeggen.

■ De duivel is dood.

■ Veel geestelijken verbergen hun vrouwelijkheid achter een jurk.

[p. 31/O]

■ De dood is Gods enige verdediging tegen de mens.

■ Sport vervangt de oorlog, en joggen marcheren.

■ Een gezellig Kerstfeest is een hetze van iedereen tegen iedereen.

■ Verzorgingstehuizen voor demente bejaarden zijn kleuterscholen van de dood.

■ Wat ze achter je rug over je zeggen is meestal zó erg, dat je het beslist voor je moet houden.

■ Contact met mensen is de snelste manier om contactgestoord te worden.

■ Juristen zijn er om het onrecht voor de wereld te behouden.

■ Mollen denken dat de Tweede Wereldoorlog nog steeds aan de gang is.

■ Erger nog dan mannen die zingen in de badkamer zijn zij, die daarbij uitglijden.

■ Domme mensen denken bij het begrip oersoep altijd aan erwtensoep, en de allerdomsten gaan dan zitten dreinen om een rookworst.

■ In een donker steegje heb je niets aan een verlichte geest.

■ [Verzuchting] De tijden veranderen, maar nooit op tijd.

■ De democratie is uitgevonden door Griekse filosofen, maar wanneer precies weet niemand. Waarschijnlijk tussen het kontneuken door.

[p. 32/p]

■ Met gemenge huwelijken bedoelen politici die tussen man en vrouw.

■ Het leven is een spookhuis, en ieder griezelt naar vermogen.

■ Mensen zonder dubbele tong zijn invalide.

■ In een goed huwelijk is elke stilte bespreekbaar.

■ De Onbekende Soldaat is een gestrekte arm.

■ Waar ik echt een afschuw van heb is kunstenaarsgedrag; tegenwoordig bestaat dat uit het dragen van een net pak en spreken met twee woorden.

■ Een konijn dat doodstil in een hoekje zit, maakt misschien gedachtensprongen.

■ Tussen wal en schip ligt doorgaans een flinke sloot whiskey.

■ Bij egeltjes die andere egeltjes zien vliegen, zit er een stekeltje los.

■ Alle kunst gaat over genialiteit in een kleinburgerlijke omgeving.

■ Wie alles ironiseert, heeft niets van ironie begrepen.

kees versteeg