Passionate. Jaargang 2(1995)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29/M] [p. 29/M] Het moeras van de randstad 1 Persona. Op het zand van beloften ben ik geboren. Eiland van spiegelfamilies. Zure, schuwe mensen stonden rug aan rug gekluisterd te wachten op wat sterven ging. Tot onderscheid voltrok zich snel een papieren ritueel en angst was de dienaar der gemeenschap. Ver ziend naar het vasteland vanuit plataan en populier ben ik geworden, streng bij gebrek aan ervaring. Stenen leeuwen, stenen welkom. Een archipel van mensenvrees een steiger met puin voor water. En de liefde kwam langzaam laat als de winterzon - het ogenblik, de blinde vlek. Geen masker toont de overgaaf door dromen overmand. Nog woon ik op bekend terrein, maar ken de twijfel en de haat. [pagina 30/n] [p. 30/n] Het moeras van de randstad 2 Vindplaats. Wat volgt is het stilstaand lawaai De natriumgele delta Het ritme van haar zwelgen In zelfvoldane middelmaat. Hier roert de glanzende modder zijn tong Even vergenoegd Als de honden hun kettingen Aan de poort van de Hades. Het is het nachtdecor van schepen Ronkend in oranje kunstlicht. De hitte en stilte van havenwater Van de aangebroken nacht Als hakken krassen over asfalt Vlug náár het rode, rode tippelland. Kakkerlakken en containers. De wraak van de verworpen sfinx. Eén groot open veld, opgespoten Afgegraven, vlees, vuur, en faeces. Honger, uniform en anoniem. Een vastbakken mist van benzine en zweet. De vrouw scheldt, de hond blaft. In deze primitieve lucht Is al wat niet was voorhanden Lucht, brandbaar als methaan Vruchtbaar als de zwarte braak Waar d'elementen zich verenen Waar natte zielen, al of niet Beladen met de last van een lichaam Aan het water zijn gaan zitten. Waar herinneringen zonder titel Zich doen gelden, eerst Als rimpels aan de oppervlakte. Het wachten is op het worden. Late sneeuw op vroege rozen. En wat er wel was was het pogen Het spel dat nooit werd uitgespeeld. [pagina 31/N] [p. 31/N] Het moeras van de randstad 3 Zonder datum. Langs de afwezige oever loopt een oude man, zijn lichaam tekent de omgeving, de feiten staan in zijn spieren geschreven. Woorden dansen door hem heen op zoek naar een daad van liefde. Eén hand brengt hij aan zijn lippen zorg-vuldig fluisterend: ‘Eerder nog dan dit dat ik mij niet vergis zoek ik de overtuiging dat het is zoals het is.’ peter swanborn Vorige Volgende