Parmentier. Jaargang 18(2009)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Nachoem M. Wijnberg Gedichten Niets is van mij voor lange tijd Ik leen aan anderen, en met hen aan weer anderen, het is niet alleen maar doorgeven, er gebeurt altijd te veel tegelijk om te kunnen zeggen waar de winst gemaakt wordt. Of ik vergeten heb hoeveel beslissingen van mij zijn als ik zo vrij als mogelijk wil zijn, maar ik ben vrij omdat ik die uitleen aan wie er winst mee wil maken. Als iemand voor mij gestaan heeft om om geld te vragen vraag ik zijn schaduw niet om rente, maar om een deel van de winst, nooit om een deel van verlies. Een aap die pijltjes gooit naar de beurspagina in de krant wordt sneller rijk dan ik, als de aap verkeerd beslist heeft telt hij niet na wat hij verloren heeft, met het excuus dat hij er anders niets van leert. Spiegels brengen het licht naar het papier waarop de boekhouder rekent, als hij een vergissing maakt betaalt hij een kleine boete. Van papier en touw maak ik een vlieger die ik verkoop om van de winst een papegaai te kopen, de boekhouder kan niet uitleggen hoe het werkt, ook niet met de papegaai op zijn schouder die rekenen leert in plaats van spreken. Ik doe een deur open als iemand van hier naar daar wil en er snel aankomt, en een deur als iemand van daar naar hier wil en er langzaam aankomt. [pagina 81] [p. 81] Zo maak ik het verschil tussen hier en daar groter, dat is winst, maar niet echt, want ik moet meerekenen hoeveel ik verlies om te kunnen zeggen hoe snel iemand eraan komt. Wat soms op mij afkomt en soms ver weg blijft, ik vergeet het niet maar denk misschien dat het niet van mij is. Is het minder als ik mij iets moet herinneren om er naar te verlangen dan als ik niet verlang naar wat ik mij herinner, maar de seconden tel tot ik het weer kan zien? [pagina 82] [p. 82] Geld verdienen Ik heb nooit langer dan een dag met grasmaaien mijn geld kunnen verdienen, hoewel ik gehoord heb dat daar veel geld mee te verdienen is, zoals ook met de krant rondbrengen, ik zou bang worden dat ik later zoveel zou verdienen dat ik in één dag evenveel zou verdienen als toen in een jaar. Als ik niet vertel waarom ik vandaag gefeliciteerd kan worden, hoe kan het dan geraden worden, ik kan het beter in de krant zetten en die zelf rondbrengen, want de bezorgers hebben zoveel verdiend dat zij niet meer zo vroeg op willen staan. Zeg ik 's ochtends niet eens meer gedag? Als ik dat niet wil moet ik mij ook niet laten zien; ik moet niet zeggen dat het is om geld te verdienen, ik zie geen hoed om geld in te gooien. Ik heb jarenlang mijn geld verdiend door te zoeken naar vogels waarover ik niet gelezen heb, die ik met mij meeneem als ik in een schip naar huis ga. Midden in de oceaan komt de kapitein mij zeggen dat het schip in brand staat, ik mag alleen meenemen wat ik in mijn handen kan vasthouden. Ik kan iets tien keer zo groot maken, als het grootste schip dat ooit gebouwd is, dan kan niets hetzelfde maar groter, blijven en het wordt makkelijker te zien of ergens een vergissing gemaakt is. Als ik in de reddingsboot zit zie ik een van de vogels verdrinken, ik til hem in mijn handen uit het water, moet ik hem nu teruggooien? [pagina 83] [p. 83] Er is geen betere manier om te kijken naar wat er hoog boven de aarde maar even is, dan op mijn rug liggend in een kleine boot in het midden van de oceaan. Als jij mij niet meer wilt zien mag ik het erg vinden als ik er ook nog geld aan verlies; als ik door een woestijn loop heb ik altijd mijn zakken vol met geld, want ik zou iemand tegen kunnen komen die van mij wil lenen. Om de een te betalen leen ik bij de ander, en op een dag vraag ik mij af waarom ze dat zelf niet kunnen doen, steeds grotere bedragen van de een naar de ander brengen en weer terug, telkens meer vanwege rentes en boetes, daar is geld aan te verdienen. Ghalib gaat dood en heeft zijn schulden niet betaald, behalve als meegeteld wordt dat hij zijn schuldeisers de raad had gegeven hem in leven te houden. [pagina 84] [p. 84] Vorige Volgende