[Nummer 1]
Van de redactie
Hoe verhouden literatuur en terreur zich tot elkaar? Die vraag hield Maurice Blanchot lange tijd bezig. Volgens de Franse filosoof en schrijver schuilt er een zeker geweld of terreur in de literatuur, maar kleeft er andersom ook iets fictiefs of ‘literairs’ aan terreur. In hun dossier ‘De as van de literatuur’ leggen Gaston Franssen en Arnoud van Adrichem deze vraag - die nu misschien wel actueler is dan ooit - voor aan enkele Blanchot-kenners.
Eerst komt Blanchot zelf het woord. Aukje van Rooden vertaalde twee van zijn korte ‘politieke geschriften’. In haar intermezzo laat Van Rooden zien dat Blanchots ideeën over literatuur en terreur ook van toepassing zijn op ons huidige tijdsgewricht waarin de war on terror een centrale plaats opeist. Richard de Brabander schrijft over terreur en literair engagement in het werk van Blanchot en Jean-Paul Sartre. Aan de hand van de romans van Arnon Grunberg legt Yra van Dijk uit waarom zij denkt dat waarlijk geëngageerde literatuur wel iets gewelddadigs móet hebben. Vervolgens belicht Bram Ieven de geraffineerde taalterreur of ‘antitaal’ in Blanchots verhaal L'Attente, l'oubli. Saskia Pieterse ontwaart in de laatste Batman-film The Dark Knight en Blanchots verhaal ‘de Idylle’ de twee gezichten van het geluk. Arthur Cools toont aan dat wie Blanchot écht wil begrijpen, het werk van Jean Paulhan zal moeten lezen. Tot besluit plaatst Hans Groenewegen de toneelteksten van Georg Büchner en de gedichten van Hadewijch in een blanchotiaans denkraam. Speciaal voor dit dossier selecteerde B.C. Epker enkele van zijn tekeningen, houtsneden en etsen.
Buiten het dossier treft u een nieuwe aflevering van ‘s.s.t.t.’, de vaste poëzierubriek van Marc Kregting. Zijn associaties over de reuzenaronskelk leiden hem, via de lyrische poëzie, naar de nieuwe president van de Verenigde Staten. Ook Lucas Hüsgen essayeert over de Amerikaanse politiek. Hij stuit op de dreiging van een immanent militarisme in onschuldig ogende bronteksten van de Amerikaanse cultuur: de essays van Ralph Waldo Emerson. Daarnaast vertaalde Hüsgen gedichten van de vooraanstaande Duitse dichter Dieter M. Gräf.
Tot slot nog twee huishoudelijke mededelingen. Met ingang van dit nummer neemt Hans van Wetering afscheid als vaste medewerker van Parmentier. Wij bedanken hem voor zijn inzet. Tot ons genoegen komt Peter van Lier de redactie als vaste medewerker versterken.
NB: Op onze website www.literairtijdschriftparmentier.nl vindt u het essay ‘Recht op de dood. Blanchot over de verhouding tussen literatuur en revolutie’, geschreven door Marc De Kesel.