[Nummer 4]
Van de redactie
Ineens klonk er vanuit Den Haag de roep om meer politiek-maatschappelijk engagement onder kunstenaars, schrijvers en intellectuelen. Is die roep terecht? Trekken hedendaagse schrijvers zich te veel terug in hun bellettristische bastions zonder zich verder te bekommeren om de werkelijkheid van alledag? Dat valt te bezien. Nog steeds kunnen we her en der kleine revoluties horen ritselen. Neem bijvoorbeeld Joost Zwagermans schotschrift De schaamte voor links (2007), het prikkelende pamflet Modern dédain (2006) van Désanne van Brederode of de utopische denkoefeningen van Josien Laurier in Onze stralende toekomst (2006).
In Gerrit Paape (1752-1803) vonden Peter Altena en Arnoud van Adrichem hun eigen visionair. In zijn revolutionaire droom De Bataafsche Republiek (1798) beschrijft hij de politieke omstandigheden van twee eeuwen later ‘zo als zij behoord te zijn en zo als zij weezen kan’ - een situatieschets die we ook van toepassing kunnen verklaren op 2007. De verhoudingen op de apenrots lijken nauwelijks aan verandering onderhevig. Wie Paape's imaginaire reisverslag Reize door het Aapenland (1788) leest, kan de homo politicus niet anders zien dan als een aangeklede aap. Om met inleider Gerrit Komrij te spreken: ‘De Reize is een nauwgezette waarneming van wat er gebeurt op elke plek waar meer dan twee politici samenkomen.’
In het dossier ‘Monkey business’ komen meer dan twee schrijvers samen: Peter Altena & Arnoud van Adrichem, Jonathan Israël, Arjen Duinker, Bart Vervaeck, Léon Stapper & John Gay, Lucas Hüsgen & John Zerzan en Mohana van den Kroonenberg treden in debat met Paape en laten geen apenstreek onbenut. Paape krijgt het laatste woord. Bij monde van generaal Daendels roept hij op tot een boerenrevolte - met alle rieken en vorken van dien.
Ook de door Parmentier georganiseerde Literaire Prijs van de provincie Gelderland 2007 staat in het teken van verbeelding en vergezichten. Onder het mom ‘Reizen in je hoofd’ stuurden meer dan 180 aspirant-schrijvers een kort verhaal of drie gedichten in. Hugo Bousset, Astrid Lampe en Bertram Mourits wezen Willi Fraikin als winnaar aan. Zijn drieluik ‘Het grote kwijtraken’ staat hier samen met het juryrapport afgedrukt.
Voorts: twee reeksen van Gwenaëlle Stubbe (vertaald door Piet Joostens), breuklijnen van Samuel Vriezen & Arnoud van Adrichem, stemmingen van Hans Groenewegen, 5 mini-essays van Eliot Weinberger (vertaald door Kurt Devrese) en een nieuwe ‘Geritsel van papier’, waarin Hugo Bousset lijstjes wisselt: hij confronteert Koen Peeters' Grote Europese Roman (2007) met het Het periodiek systeem (1975) van Primo Levi. En ten slotte: Jan Lauwereyns en Arnoud van Adrichem plegen zelfplagiaat - althans zo lijkt het. Wie een tel langer kijkt, ziet dat het gestolen goed in ‘SDulle vlam van verlangen’ niet rechtstreeks stamt uit eerder gepubliceerde essays, maar onherstelbaar verbeterd zijn eigen ritmiek vindt, en een apenstaartje krijgt.
nb: Op onze website www.literairtijdschriftparmentier.nl vindt u Peter Alten a's verslag van een bezoek aan het woonhuis van Gerrit Paape in de Boekhorststraat in Den Haag.